Direct naar content gaan

Samenvatting

Verwijzingszaak HR 20 november 2020, 19/04790, ECLI:NL:HR:2020:1856.

X (belanghebbende) is enig aandeelhouder van D (bv). D houdt alle aandelen in E (bv), die op haar beurt alle aandelen in verschillende groepsmaatschappijen houdt, waaronder F (bv). De groep waartoe D behoort (hierna: de D-groep), is jarenlang gefinancierd door banken. Sinds het einde van de jaren negentig geschiedt de financiering van de D-groep grotendeels door X door geldverstrekking in rekening-courant.

Na verwijzing is in geschil of X een bedrag van € 580.758 aan (afwaarderings)verlies ten laste van het in 2012 behaalde resultaat uit overige werkzaamheden (row) kan brengen.

Verwijzingshof Amsterdam (hierna: het Hof) stelt voorop dat het geclaimde aftrekbare verlies betrekking heeft op de volgende van elkaar te onderscheiden rekening-courantvorderingen, waarbij deels verschillende toetsingsmomenten aan de orde zijn:

  • de rekening-courantvorderingen van X op andere groepsvennootschappen van in totaal € 470.758 die zijn ‘omgezet’ in een vordering op F , waarvoor X voor het volledige bedrag een aftrekbaar verlies claimt;
  • de in rekening-courant geboekte vordering op F van € 90.000 wegens door X ten behoeve van F betaalde huur, welke vordering door X op 31 december 2012 tot nihil is afgewaardeerd;
  • de vordering in verband met de op 31 december 2012 in rekening-courant met F bijgeschreven rente ad € 20.000, welke vordering door X op die datum eveneens tot nihil is afgewaardeerd.

X heeft volgens het Hof niet aannemelijk gemaakt dat op 31 december 2012 de waarde in het economische verkeer van de afgeloste rekening-courantvorderingen op de andere groepsvennootschappen lager was dan de boekwaarde ervan. De stelling van X dat hij bij de aflossing een vermogensverlies heeft geleden, wordt derhalve verworpen.

Met betrekking tot de op 31 maart 2012 door X aan F in rekening-courant verstrekte geldlening van € 90.000 oordeelt het Hof dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een onzakelijke lening. Gelet hierop is het door X op 31 december 2012 op deze lening genomen afwaarderingsverlies niet aftrekbaar van zijn row.

Het Hof komt tot hetzelfde oordeel met betrekking tot de op 31 december 2012 in het kader van de ‘omzetting’ door X verstrekte nieuwe lening in rekening-courant aan F ter grootte van € 470.758. Het door X op 31 december 2012 genomen afwaarderingsverlies op deze vordering is derhalve evenmin aftrekbaar van zijn row. Ook het op de rentevordering genomen afwaarderingsverlies kan niet in aftrek worden gebracht, oordeelt het Hof.

De slotsom is dat het door X in 2012 in aanmerking genomen (afwaarderings)verlies van € 580.758 niet ten laste van zijn in 2012 behaalde row kan worden gebracht.

De Hoge Raad heeft op 16 december 2022 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (21/05096)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012-2014
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
16 november 2021
Rolnummer
20/00695; 20/00696; 20/00697
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:3701
Auteur(s)
drs. N.M. Ligthart
Maarschalk|Ligthart Accountants & Belastingadviseurs
NLF-nummer
NLF 2022/0002
Aflevering
6 januari 2022
Judoreg
NFB4724
bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.90

Naar de bovenkant van de pagina