Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 64,54 opgelegd, omdat hij zonder parkeerbelasting te betalen zijn auto heeft geparkeerd in Veenendaal.

Met een uitspraak op bezwaar met de datum 27 mei 2020 heeft de Heffingsambtenaar het bezwaar van X ongegrond verklaard. Een fout met Parkmobile komt voor risico van X, aldus de Heffingsambtenaar.

X heeft beroep ingesteld. In deze zaak zit er veel meer tijd tussen de datum van de uitspraak op bezwaar en de datum van het beroepschrift dan de duur van de beroepstermijn van zes weken.

Rechtbank Midden-Nederland heeft geprobeerd om vast te stellen of de uitspraak op bezwaar daadwerkelijk bekend is gemaakt op de datum die daarop vermeld staat. Zij heeft de Heffingsambtenaar in het licht hiervan meerdere malen om informatie verzocht. De Heffingsambtenaar heeft niet voldaan aan de verplichting om inlichtingen te geven.

Uit het gehele handelen van de zijde van de Heffingsambtenaar komt het beeld naar voren dat de behandeling van beroepsprocedures totaal niet op orde is en dat op geen enkele wijze duidelijk is wie voor die procedures verantwoordelijk is. Het is aan deze organisatorische chaos te wijten dat de behandeling van een simpele zaak over een parkeerbelasting ongelooflijk lang heeft moeten duren. Tegen deze achtergrond gebruikt de Rechtbank haar bevoegdheid uit artikel 8:31 Awb op een ruime manier, waarbij X het voordeel van de twijfel krijgt. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
12 juli 2022
Rolnummer
20/3131
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2022:2680
NLF-nummer
NLF 2022/1477
Aflevering
28 juli 2022
bwbr0005537&artikel=8:31,bwbr0005537&artikel=8:31

Naar de bovenkant van de pagina