Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Ingevolge een Spaanse wet waren alle Spaanse professionele sportclubs verplicht om zich om te vormen tot sociedades anonimas deportivas (sportieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid; hierna: SAD’s). De wet had als doel om een meer verantwoordelijk beheer van de activiteiten van de clubs aan te moedigen door hun rechtsvorm aan te passen. 

Een uitzondering werd echter gemaakt voor professionele sportclubs die een positief balanssaldo haalden tijdens de boekjaren voorafgaand aan de vaststelling van de wet. FC Barcelona en drie andere professionele voetbalclubs (Club Atlético Osasuna, Athletic Club en Real Madrid Club de Fútbol) vielen onder deze uitzondering en hebben daarom hun activiteiten voortgezet in de vorm van sportclubs.

In tegenstelling tot de SAD’s zijn sportclubs rechtspersonen zonder winstoogmerk en in die hoedanigheid genieten zij een bijzonder belastingtarief voor hun inkomsten. Dit tarief was tot in 2016 lager dan het tarief voor SAD’s.

De Europese Commissie (de Commissie) is van mening dat er sprake is van een fiscale voorkeursbehandeling en dus van verboden staatssteun. Daarom heeft de Commissie Spanje gelast om de regeling stop te zetten en om bij de vier sportclubs over de jaren 2008 tot en met 2011 het verschil terug te vorderen tussen de betaalde vennootschapsbelasting en de vennootschapsbelasting die zij hadden moeten afdragen als zij met ingang van het belastingjaar 2000 de rechtsvorm van een SAD zouden hebben aangenomen.

Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van verboden staatssteun. Het bestreden staatssteunbesluit van de Commissie is daarom nietig verklaard.

De Commissie heeft tegen deze beslissing een hogere voorziening ingesteld bij het HvJ en met succes. Er is sprake van verboden staatssteun. Het arrest van het Gerecht wordt vernietigd.

Anders A-G Pitruzzella (NLF 2020/2443, met noot van Van Poppel).

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2008-2011
Instantie
HvJ
Datum instantie
4 maart 2021
Rolnummer
C‑362/19 P
ECLI
ECLI:EU:C:2021:169
Auteur(s)
Olaf van den Dool
PwC
NLF-nummer
NLF 2021/0625
Aflevering
25 maart 2021
Judoreg
NFB4212
bwbv0001506&artikel=107,bwbv0001506&artikel=107,bwbv0001506&artikel=108,bwbv0001506&artikel=108

Naar de bovenkant van de pagina