Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(1)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bij een controle op 19 juli 2021 om 11.32 uur is geconstateerd dat X (belanghebbende) als bestuurder van een auto van het merk Mercedes gebruikmaakte van de openbare weg in Nederland. De auto was voorzien van een Duits kenteken. De auto is eigendom van de vader van X.

Daarop heeft de Inspecteur aan X over het tijdvak 10 september 2019 tot en met 18 juli 2021 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 3.762, alsmede een boete van (uiteindelijk) € 376.

Hof Arnhem Leeuwarden oordeelt, evenals Rechtbank Gelderland, dat X terecht als houder van de auto is aangemerkt. Dat X niet de feitelijke beschikkingsmacht over de auto had, omdat de juridische eigenaar van de auto ten tijde van de controle in de auto aanwezig was, acht het Hof niet aannemelijk.

De Inspecteur heeft zich nader op het standpunt gesteld dat de ingangsdatum van het naheffingstijdvak moet worden gesteld op 4 juni 2020, de datum waarop het rijbewijs van X na een periode van rijontzegging weer geldig is verklaard. De naheffingsaanslag wordt daarom verminderd tot een aanslag naar een tijdvak van 4 juni 2020 tot en met 18 juli 2021. De boete wordt verminderd tot 10% van de nageheven belasting over dit tijdvak. Voor een verdere vermindering van de boete bestaat geen aanleiding.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
4 juni 2020 t/m 18 juli 2021
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
3 december 2024
Rolnummer
23/2385
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:7520
NLF-nummer
NLF 2025/0069
Aflevering
7 januari 2025
bwbr0006324&artikel=1,bwbr0006324&artikel=1,bwbr0006324&artikel=7,bwbr0006324&artikel=7,bwbr0006324&artikel=34,bwbr0006324&artikel=34

Naar de bovenkant van de pagina