Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) stelt zich op het standpunt dat hij de kosten van fysiofitness in aftrek kan brengen (IB/PVV 2016) omdat hij op advies van zijn huisarts driemaal per week onder leiding van een fysiotherapeut een behandeling heeft ondergaan en daarvan betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Tot de gedingstukken behoren een verklaring van de huisarts van X met dagtekening 27 juli 2015 waarin is vermeld dat X het advies heeft gekregen om fysiofitness te volgen. Daarnaast is er een verklaring van 20 maart 2019 waarin wordt verklaard dat X sinds 2015 op zijn voorschrift fysiofitness volgt.

Naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland heeft X hiermee onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij gedurende het jaar 2016 op voorschrift van een arts fysiofitness heeft ondergaan. De Inspecteur heeft deze kosten en de daarop betrekking hebbende reiskosten daarom terecht niet in aftrek toegelaten. De dieetkosten en de extra uitgaven voor kleding en beddengoed blijven beneden de aftrekdrempel. Of deze kosten voor aftrek in aanmerking komen behoeft daarom geen beoordeling meer.

Het beroep is ongegrond.

X heeft recht op een immateriële schadevergoeding van € 1.000 wegens undue delay. Voorts bestaat aanleiding voor toekenning van een proceskostenvergoeding van in totaal € 759.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
28 april 2022
Rolnummer
20/4543
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:9546
NLF-nummer
NLF 2022/2296
Aflevering
24 november 2022
bwbr0011353&artikel=6.17&lid=1,bwbr0011353&artikel=6.17&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina