Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X (belanghebbende) ambtshalve een bedrag van € 616 aan teruggaaf BPM verleend. Op 3 augustus 2017 heeft de Ontvanger in verband met die teruggaaf een kennisgeving van teruggaaf van BPM gestuurd. De kennisgeving vermeldt een rente van € 70 berekend over de periode 23 oktober 2014 tot en met 23 augustus 2017 (hierna: de rentebeschikking).

X heeft bezwaar gemaakt tegen de rentebeschikking en is in beroep gegaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt voorop dat de periode waarover de ‘artikel 28c IW 1990-rente’ is berekend niet te kort is, uitgaande van de periode waarin de IW 1990 voorziet. Er bestaat wel recht op een hogere rentevergoeding. De rentevergoeding wordt berekend op de wijze die de IW 1990 bepaalt, zij het met het DNB-percentage van 4,91% als rentepercentage en met handhaving van de overige elementen waarop de beschikking was gebaseerd. Voorts maakt X aanspraak op vergoeding van renteverlies over het te weinig ontvangen rentebedrag.

Wegens undue delay heeft X recht op een immateriëleschadevergoeding van € 3.000.

Metadata

Rubriek(en)
Invordering
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
23 oktober 2014 t/m 23 augustus 2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
28 juli 2022
Rolnummer
19/1213
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:4231
NLF-nummer
NLF 2022/1581
Aflevering
11 augustus 2022
bwbr0004770&artikel=28c,bwbr0004770&artikel=28c

Naar de bovenkant van de pagina