Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Turbogás is een vennootschap naar Portugees recht die actief is in de productie van elektriciteit door middel van het stoken van aardgas. De productiefaciliteit van Turbogás heeft een geïnstalleerde capaciteit van 990 MW, wat ongeveer 9% van de totale elektriciteitsopwekking in Portugal uitmaakt. Turbogás gebruikt een deel van de zelf opgewekte elektriciteit voor die productie.

Turbogás heeft een geding met de belastingautoriteiten over een naheffingsaanslag met betrekking tot de belasting van Turbogás’ verbruik van zelf geproduceerde elektriciteit.

De Tribunal Arbitral Tributário (scheidsgerecht voor belastingzaken, Portugal) heeft in het kader van dit geding prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie (HvJ) over de uitlegging van artikel 21, lid 5, derde alinea, Richtlijn 2003/96 (Richtlijn Energiebelastingen).

Het HvJ verklaart voor recht dat een entiteit zoals die in het hoofdgeding, die voor eigen gebruik elektriciteit produceert, ongeacht haar omvang en hoofdactiviteit moet worden beschouwd als een ‘distributeur’ in de zin van artikel 21, lid 5, derde alinea, Richtlijn Energiebelastingen, waarvan het verbruik van elektriciteit voor de productie van elektriciteit echter valt onder de verplichte vrijstelling van artikel 14, lid 1, onderdeel a, van die richtlijn.

Enigszins anders Conclusie A-G Szpunar (NLF 2018/0698).

Achtergrond: geharmoniseerde regeling energiebelastingen

Deze zaak betrof de verenigbaarheid van de Portugese heffing van accijns op de levering van elektriciteit met de bepalingen van Richtlijn 2003/96 (Richtlijn Energiebelastingen). Deze richtlijn heeft als doel de energiebelastingen binnen de EU te harmoniseren door onder andere minimumbelastingniveaus voor bepaalde energieproducten vast te stellen en kaders te bieden voor belastingvrijstellingen en -verlagingen. De EU-lidstaten kennen verschillende soorten belastingen op energieproducten en elektriciteit. De lidstaten kunnen zelf bepalen via welke heffingen ze de Richtlijn Energiebelastingen implementeren. In Nederland zijn de bepalingen van de Richtlijn Energiebelastingen onder andere geïmplementeerd via de energiebelasting die wordt geheven op grond van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). In Portugal gaat het om de accijnsregelgeving, die in deze zaak ter discussie stond.

Naheffingsaanslag voor eigen verbruik elektriciteit door Portugese producent

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
HvJ
Datum instantie
27 juni 2018
Rolnummer
C‑90/17
ECLI
ECLI:EU:C:2018:498
Auteur(s)
Alexander Bosman
Loyens & Loeff/Vrije Universiteit
NLF-nummer
NLF 2018/1592
Aflevering
26 juli 2018
Judoreg
NFB1679

Naar de bovenkant van de pagina