Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende), verricht boekhoudkundige, administratieve en financiële (advies)werkzaamheden. In 2014 sloot hij met een stichting een overeenkomst voor een periodieke gift van € 5.000 per jaar gedurende vijf jaar.

In zijn aangiften IB/PVV over 2014 tot 2017 heeft hij hiervoor giftenaftrek geclaimd. Hij heeft de giften contant betaald en leverde hiervoor bewijs middels kwitanties en een uit het Turks vertaald formulier.

Na onderzoek concludeerde de Inspecteur dat er geen sprake is van aftrekbare periodieke giften omdat hij er achter was gekomen dat het vertaalde formulier achteraf was opgesteld en de oorspronkelijke Turkse overeenkomst niet voldeed aan de wettelijke eisen. Daarop heeft hij aan X voor de jaren 2014 en 2015 navorderingsaanslagen met boetes opgelegd en zijn de aangiften voor de jaren 2016 en 2017 gecorrigeerd. X heeft beroep ingesteld.

Naar het oordeel van Rechtbank Gelderland heeft de Inspecteur het vermoeden dat sprake is van verboden discriminatie naar geloofsovertuiging of nationaliteit ontzenuwd.

De Rechtbank acht navordering over de jaren 2014 en 2015 mogelijk wegens kwade trouw.

X heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoet aan de voorwaarden voor aftrek van periodieke giften. De Inspecteur heeft er terecht op gewezen dat de Turkse overeenkomst niet aan alle voorwaarden als vermeld in artikel 41 Uitv.reg. IB 2001 voldoet. Deze gebreken kunnen niet worden geheeld door het Nederlandse formulier, omdat dit formulier achteraf is opgemaakt.

X heeft volgens de Rechtbank opzettelijk gehandeld waardoor te weinig belasting is geheven. Van de door de Inspecteur verdedigde strafverzwarende omstandigheid ‘listigheid en valsheid’ is echter niet gebleken. Weliswaar heeft X opzettelijk de aangiften onjuist ingevuld waardoor te weinig belasting is geheven, maar naar het oordeel van de Rechtbank maakt dit nog niet dat ten tijde van het doen van die aangiften sprake was van listigheid en valsheid.

De Rechtbank acht, alles afwegende, boetes van resp. € 400 (2014) en € 500 (2015) passend en geboden. De boetes worden in lijn hiermee verminderd en nog verder tot resp. € 320 (2014) en € 400 (2015) wegens undue delay.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014-2015
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
19 juni 2024
Rolnummer
22/1846; 22/1847; 22/1849; 22/1852
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:3759
NLF-nummer
NLF 2024/2128
Aflevering
24 september 2024
bwbr0002320&artikel=67e,bwbr0002320&artikel=67e,bwbr0011353&artikel=6.34,bwbr0011353&artikel=6.34,bwbr0012031&artikel=41,bwbr0012031&artikel=41,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina