Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in zijn aangifte IB/PVV 2015 box 3-bezittingen aangegeven. Hij meent dat de forfaitaire rendementsheffing in het jaar 2015 in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP). Hof Den Bosch heeft hem geen gelijk gegeven. Het Hof is van oordeel dat van een schending van artikel 1 EP op regelniveau in het onderhavige jaar geen sprake is. Er is ook geen sprake van een last die zich in het geval van X sterker laat voelen dan in het algemeen, aldus het Hof.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 Wet RO ongegrond. Hij verwijst hierbij naar de arresten van de Hoge Raad van 14 juni 2019 (17/05606, ECLI:NL:HR:2019:816 en 18/00690, ECL:NL:HR:2019:817).

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
HR
Datum instantie
5 juli 2019
Rolnummer
18/05286
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1108
NLF-nummer
NLF 2019/1555
Aflevering
11 juli 2019
bwbr-eerste&artikel=1,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina