Direct naar content gaan

Samenvatting

Functionarissen van internationale organisaties hebben op grond van een multilaterale overeenkomst veelal aanspraak op vrijstelling van nationale belasting over hun salaris, loon en emolumenten, verdiend bij een internationale organisatie. Sinds de afschaffing van het progressievoorbehoud wordt met het vrijgestelde salaris bij de berekening van de belasting over inkomsten uit andere bronnen in het geheel geen rekening meer gehouden. De Hoge Raad heeft op 27 september 2002, nr. 36.165 (BNB 2003/29), een arrest gewezen dat van belang is voor de reikwijdte van deze vrijstelling. In dit arrest beantwoordt de Hoge Raad – onder verwijzing naar rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (o.m. het arrest van 14 oktober 1999, Van der Zwalmen-Massart, nr. C-229/98) – de vraag of met dat vrijgestelde salaris wel rekening mag worden gehouden ingeval de belastingwet voorziet in een inkomensafhankelijke tegemoetkoming.
In dit besluit wordt een toelichting gegeven op de reikwijdte van een arrest voor de vrijstelling van inkomstenbelasting van functionarissen van internationale organisaties.
Toepassing van dit besluit vindt plaats met ingang van het belastingjaar 2005. Indien het arrest onder omstandigheden tot een vermindering van belasting leidt, kan een verzoek worden gedaan krachtens de voorschriften inzake ambtshalve verminderingen (resolutie Staatssecretaris van Financiën van 25 maart 1991, DB 89/735) voor op 27 september 2002 nog niet onherroepelijk vastgestelde belastingaanslagen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2005 en verder
Instantie
MvF
Datum instantie
23 september 2004
Rolnummer
IFZ2004/764M
bwbr0011353&artikel=8.1&lid=1,bwbr0011353&artikel=8.11&lid=2,bwbr0011353&artikel=8.14a&lid=1,bwbr0011353&artikel=8.17&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina