Direct naar content gaan

Samenvatting

Stichting X (belanghebbende) is opgericht op 9 november 2016 en is ondernemer voor de omzetbelasting. Zij exploiteert een low-care hospice. X maakt daarbij gebruik van vrijwilligers. Ook heeft zij twee coördinatoren in dienstbetrekking.

In 2019 heeft X een vergunning gekregen voor de bouw van het hospice. De bouw is gestart in 2020 en per 1 maart 2021 is het hospice geopend voor gasten.

De Inspecteur meent dat de prestatie van X is vrijgesteld zodat zij geen recht heeft op aftrek van omzetbelasting ter zake van de bouw van het nieuwe hospice.

Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de hoofddienst, zijnde de tijdelijke verhuur van de gastenkamers, kan worden aangemerkt als verhuur in het kader van het pensionbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. De vrijstelling van artikel 11, lid 1, onderdeel b, onder 2°, Wet OB 1968 is daarop niet van toepassing. Dat betekent dat X recht heeft op aftrek van de voorbelasting die op die hoofddienst betrekking heeft.

Hof Den Haag heeft het hoger beroep van de Inspecteur gegrond verklaard.

De verhuur van gastenkamers is niet het wezenlijke kenmerk van de door X, zijnde een hospice voor terminale gasten, verrichte prestatie. Volgens het Hof moet de prestatie van X worden geduid als (het coördineren van) het verlenen van zorg. Die prestatie is vrijgesteld van omzetbelasting op de voet van artikel 11, lid 1, onderdeel g, onder 2°, Wet OB 1968 dan wel artikel 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB 1968 in samenhang met artikel 7 Uitv.besl. OB 1968. De Inspecteur heeft de verzochte teruggaven van omzetbelasting dan ook terecht geweigerd.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld.

A-G Ettema geeft de Hoge Raad in overweging om het cassatieberoep gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen teneinde opnieuw te beoordelen (i) of X twee of meer afzonderlijke prestaties dan wel één enkele prestatie verricht, (ii) of op die prestatie(s) een vrijstelling van omzetbelasting van toepassing is en (iii) of, en zo ja, in hoeverre X recht heeft op aftrek van de omzetbelasting die is begrepen in de kosten van de bouw van het hospice.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019-2021
Instantie
A-G
Datum instantie
25 oktober 2024
Rolnummer
23/02463
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:1142
Auteur(s)
E. Sparidis MSc
Loyens & Loeff
NLF-nummer
NLF 2024/2605
Aflevering
26 november 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6674
bwbr0002629&artikel=11,bwbr0002629&artikel=11,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002633&artikel=7,bwbr0002633&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina