Direct naar content gaan

Samenvatting

Door de Kennisgroep loonheffing algemeen is standpunt KG:204:2022:4 over de gebruikelijkloonregeling bij een beroepssporter geactualiseerd. Het betreft een naschrift naar aanleiding van de afschaffing van de doelmatigheidsmarge. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen beoogd.

Een (individuele) sporter heeft een bv opgericht.

De bv heeft met een drietal bedrijven sponsorovereenkomsten gesloten. Op grond van die overeenkomsten wordt de inzet van de sporter gevraagd voor promotie, waaronder het plaatsen van posts op social media of het aanwezig zijn bij evenementen. Twee bedrijven verkrijgen het volledig recht op gebruik van de naam, beeltenis, handtekening en stem van de sporter op het gebied van communicatie in verschillende soorten media.

De bedrijven betalen een vaste vergoeding (die pro rata wordt verlaagd als de sporter de overeenkomst niet nakomt) en daarnaast een extra vergoeding bij het behalen van bepaalde sportieve prestaties. De in 2021 door de bv ontvangen bedragen liggen ruimschoots boven het normbedrag van artikel 12a Wet LB 1964.

Tot op heden heeft de sporter geen gebruikelijk loon in aanmerking genomen bij de bv voor de verrichte werkzaamheden.

Daarnaast ontvangt de sporter in privé een stipendium van het Fonds voor de Topsporter. De stipendiumregeling is een maandelijkse financiële ondersteuning aan topsporters die geen of onvoldoende inkomen hebben voor hun levensonderhoud.

Volgens de sporter bestaat er geen vergelijkbare dienstbetrekking, zowel niet in de hoedanigheid als topsporter als in de hoedanigheid van influencer.

Naast de sporter, zijn er geen andere werknemers werkzaam voor de bv.

Vragen

In het kader van de toepassing van de gebruikelijkloonregeling van artikel 12a Wet LB 1964 worden de volgende vragen gesteld:

  1. Welke arbeid kan worden toegerekend aan de sponsorovereenkomsten van de bv?
  2. Kan de afroommethode worden toegepast?
Antwoorden
  1. Wanneer de sporter arbeid verricht voor de bv waarin hij/zij een aanmerkelijk belang heeft, is de gebruikelijkloonregeling van toepassing. De sponsorovereenkomsten zijn door de bv gesloten en worden uitgevoerd door de sporter en vallen dus in zoverre binnen de reikwijdte van de gebruikelijkloonregeling (ongeacht dat sommige werkzaamheden slechts een minimale tijdsbesteding vergen). Dit geldt overigens ook voor de overeenkomsten die betrekking hebben op het portretrecht van de sporter voor zover dat tot stand komt tijdens de arbeid voor de bv en niet eerder gekapitaliseerd werd verkocht aan de bv.
  2. Het toe te passen gebruikelijk loon wordt vastgesteld conform de regels van artikel 12a Wet LB 1964. In de regel is er altijd sprake van een meest vergelijkbare dienstbetrekking. In een situatie van significante verschillen kan de afroommethode als hulp- of controlemiddel dienen. Bij de toepassing van de afroommethode worden slechts de werkzaamheden (en het daarbij behaalde resultaat) in aanmerking genomen voor zover die vallen binnen de reikwijdte van de gebruikelijkloonregeling (zie vraag 1).

Naschrift Kennisgroep loonheffing algemeen (27 november 2024)

Per 1 januari 2023 is artikel 12a, lid 1, onderdeel a, Wet LB 1964 (tekst 2022) gewijzigd. Vanaf dat moment kan de inhoudingsplichtige de doelmatigheidsmarge niet meer toepassen bij het vaststellen van het gebruikelijke loon. Zie artikel 12a, lid 1, onderdeel a, Wet LB 1964 (tekst 2023).

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
27 november 2024
Rolnummer
KG:204:2022:4
NLF-nummer
NLF 2024/2698
Aflevering
3 december 2024
bwbr0002471&artikel=12a,bwbr0002471&artikel=12a

Naar de bovenkant van de pagina