Direct naar content gaan

Samenvatting

Bij arrest van 2 juli 2021 (20/02453, ECLI:NL:HR:2021:1047, NLF 2021/1405, met noot van Hoogwout) heeft de Hoge Raad een uitspraak van Hof Den Bosch betreffende aan erflater voor de jaren 2016 en 2017 opgelegde aanslagen IB/PVV vernietigd en het geding verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor een nader onderzoek naar de vraag of de box 3-heffingen voor erflater een individuele en buitensporige last vormen. De zaken zijn bij de belastingkamer van dit Hof ingeschreven onder nummer 21/00832 en 21/00833. Na het overlijden van erflater hebben de erven (verzoekers) de procedure voortgezet. Zij hebben de wraking verzocht van raadsheer mr. A.J.H. van Suilen omdat hij slechts een onderdeel van de rechtsstrijd wil behandelen.

De wrakingskamer leidt uit het proces-verbaal af dat de raadsheer aan het begin van de zitting heeft toegelicht dat het Hof is gebonden aan de verwijzingsopdracht die volgt uit het arrest van de Hoge Raad en dat uit die opdracht volgens het Hof voortvloeit dat de procedure niet in zijn geheel zal worden overgedaan. Dat verzoekers een andere verwachting hadden, duidt op een verschil in opvatting over de omvang van het juridische geschil na verwijzing, maar dit geeft geen grond voor het oordeel dat sprake is van (de schijn van) partijdigheid of vooringenomenheid. Indien verzoekers het niet eens zijn met de uitspraak van het Hof en het daarin omschreven geschil, kunnen zij tegen die uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016-2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
25 april 2022
Rolnummer
W200.307.790, (21/00832, 21/00833)
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:3226
NLF-nummer
NLF 2022/0931
Aflevering
12 mei 2022
bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:69&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:69&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina