Samenvatting
X is een Oostenrijkse bank en het overkoepelend orgaan van een Oostenrijkse btw-groep. Tussen 2013 en 2017 maakte X gebruik van een nationale vrijstelling voor interbancaire diensten, waarbij alle onderlinge diensten tussen ondernemingen die zich hoofdzakelijk richten op bancaire, verzekerings- of pensioenfondsdiensten, vrijgesteld zijn van btw.
Ruwweg samengevat zijn op grond van deze nationale bepaling alle diensten die onderling worden verricht tussen ondernemingen die zich hoofdzakelijk toeleggen op diensten van bancaire aard of op het gebied van verzekeringen of pensioenfondsen, van btw vrijgesteld voor zover die diensten niet reeds onder een andere vrijstellingsregeling vallen. Het betreft alle soorten diensten, daaronder ook begrepen diensten die op grond van het Unierecht, en meer bepaald volgens artikel 132 e.v. Btw-richtlijn, wel aan btw zijn onderworpen. Deze diensten hoeven dan ook niet specifiek verband te houden met het bank- of verzekeringswezen.
Het Bundesfinanzgericht vraagt zich af of het nationale recht moet worden toegepast, wat mogelijk kan betekenen dat een btw-vrijstelling wordt verleend zonder dat er een basis voor is in het Unierecht. Daarom heeft het Bundesfinanzgericht aan het HvJ de prejudiciële vraag gesteld of deze nationale vrijstellingsregeling als een staatssteunmaatregel moet worden aangemerkt ex artikel 107, lid 1, VWEU.