Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze strafzaak is een fiscale constructie met een Antilliaanse Stichting Particulier Fonds (SPF) buiten het zicht van de fiscus gehouden. De verdachte was via familiebanden betrokken, maar vervulde ook een rol als belastingadviseur.

Rechtbank Oost-Brabant acht het volgende bewezen verklaard:

  1. het meermalen onjuist doen van belastingaangifte;
  2. het verstrekken van onjuiste inlichtingen aan de Belastingdienst; en
  3. het veelvuldig plegen van valsheid in geschrifte.

Ten aanzien van het (het medeplegen van) gewoontewitwassen, dan wel witwassen, is de verdachte vrijgesproken. De Rechtbank heeft een taakstraf opgelegd van 50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis en een geldboete van € 10.000 subsidiair 85 dagen hechtenis.

Tegen dit vonnis is namens de verdachte en door het Openbaar Ministerie (OM) hoger beroep ingesteld.

Tussen het OM en de verdachte is overeenstemming bereikt over een buitengerechtelijke afdoening van de zaak, om welke reden de grieven niet langer worden gehandhaafd. Formeel gezien zijn de beroepen volgens Hof Den Bosch echter niet tijdig ingetrokken.

Nu het belang van de verdachte en het OM noch enig ander rechtens te beschermen belang gediend is met een behandeling van de zaak ten gronde in hoger beroep, geeft het Hof toepassing aan het bepaalde in artikel 416, lid 2 en 3, Sv. Het Hof verklaart het hoger beroep van beide partijen niet-ontvankelijk.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (20/01133)

Deze noot heeft tevens betrekking op de gelijkluidende uitspraken van dezelfde datum (NLF 2020/1408, NLF 2020/1409 en NLF 2020/1410).

Het is niet alledaags dat het OM een zaak in overleg met verdachte afkaart terwijl verdachte in eerste aanleg reeds door de strafrechter is veroordeeld. Naar aanleiding van een ‘deal’ worden in de onderhavige zaak de ingestelde beroepen door zowel de verdediging als de advocaat-generaal ingetrokken. Het Hof verklaart beide beroepen niet-ontvankelijk en lijkt daarmee de afspraak tussen partijen te respecteren. Of kon het Hof niet anders?

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
12 mei 2020
Rolnummer
20-002406-16
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1563
Auteur(s)
Anneke Nuyens
De Bont advocaten / Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2020/1382
Aflevering
18 juni 2020
Judoreg
NFB3509

Naar de bovenkant van de pagina