Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) had van 24 november 2014 tot en met 22 december 2014 twee oudere werknemers in dienst. Zij had voor deze werknemers recht op de premiekorting oudere werknemers. Tussen 22 december 2014 en 5 januari 2015 ontvingen beide werknemers een WW-uitkering. Op 5 januari 2015 nam X deze werknemers weer in dienst.

Per 1 januari 2015 is de leeftijdsgrens voor de premiekorting oudere werknemers verhoogd van 50 naar 56 jaar, waardoor er voor beide werknemers – volgens de nieuwe wetgeving – geen recht meer bestond op de premiekorting. In geschil is of X toch recht heeft op de premiekorting, vanwege de toepassing van het overgangsrecht of op grond van het vertrouwensbeginsel.

Rechtbank Noord-Nederland overweegt dat het overgangsrecht niet van toepassing is, omdat de werknemers niet op 31 december 2014 in dienst waren. De stelling van X dat er sprake was van een voortgezet dienstverband slaagt niet.

Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt eveneens niet. De naheffingsaanslagen loonheffingen blijven in stand.

De Inspecteur heeft verzuimboetes opgelegd bij de naheffingsaanslagen omdat X – kort gezegd – de verschuldigde belasting niet heeft betaald. De Rechtbank ziet aanleiding om de boetes te vernietigen wegens afwezigheid van alle schuld nu X om haar fiscale aangelegenheden te behartigen een professionele gemachtigde heeft ingeschakeld, die zij voor voldoende deskundig mocht houden en aan wiens zorgvuldige taakvervulling zij niet behoefde te twijfelen.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2015-2017
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
25 april 2022
Rolnummer
21/2194; 21/2195; 21/2196
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2022:1353
NLF-nummer
NLF 2022/0991
Aflevering
19 mei 2022
bwbr0017745&artikel=47,bwbr0017745&artikel=47

Naar de bovenkant van de pagina