Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan de staatssecretaris is de vraag voorgelegd hoe de sinds 1 juli 1989 geldende beperking in de aftrek van gemengde kosten (artikel 8 Wet VpB 1969 jo. artikel 8a Wet IB 1964) moet worden toegepast in de situatie waarin de winstbepaling op cost-plus-basis is toegestaan op grond van het cost-plus-besluit van 25 april 1985 (084-2737; Vpb ’69, nr. 1.00.51).
Bij deze methode van winstbepaling die vooral van pas komt bij niet rechtstreeks winstgenererende activiteiten die in gelieerde verhoudingen worden verricht, wordt op de door de ondernemingen gemaakte kosten (met uitzondering van zogenoemde verschotten) een winstopslag berekend. In het cost-plus-besluit wordt voor bijvoorbeeld hulp- en ondersteunende activiteiten de winstopslag in beginsel op vijf procent gesteld.
Op deze vraag is door de staatssecretaris het volgende antwoord gegeven.
De beperking in de aftrek van gemengde kosten maakt geen onderscheid in de wijze van winstbepaling. Dat betekent dat de beperking in de aftrek ook van toepassing is in de situatie waarin de winst op cost-plus-basis wordt vastgesteld.
De staatssecretaris werkt dit nader uit aan de hand van een voorbeeld.
Dit besluit is met ingang van 5 maart 1993 in werking getreden.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
5 maart 1993 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
5 maart 1993
Rolnummer
DB93/881
bwbr0002672&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina