Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaresse van een manegecomplex met rijhal, paardenboxen, buitenstallen, buitenbak, paddock, parkeerplaatsen, weiland en bosgrond. Zij woont ook op de betreffende locatie.

De locatie is bij de Douane niet geregistreerd als plaats waar accijnsgoederen onder schorsing van accijns voorhanden mogen worden gehouden of waar accijnsgoederen mogen worden vervaardigd.

Op 29 maart 2017 is door de FIOD in een loods op de locatie 2.845,83 kg tabak aangetroffen. De tabak kwalificeert als rooktabak als bedoeld in artikel 32 Wet Accijns. Bij X is € 282.448 tabaksaccijns nageheven en € 3.954 belastingrente in rekening gebracht.

X heeft beroep ingesteld bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

De Inspecteur is niet verplicht het gehele FIOD-dossier te overleggen, maar alleen die stukken die de Inspecteur ter raadpleging ter beschikking staan of hebben gestaan en die van belang kunnen zijn voor de beslechting van de (nog) bestaande geschilpunten. Vast staat dat die stukken door de Inspecteur zijn overgelegd waardoor de Inspecteur heeft voldaan aan artikel 8:42 Awb.

Vast staat dat de tabak is aangetroffen in een loods op het terrein van X en dat de partner van X beschikte over de sleutel waarmee die loods kon worden betreden. Daarmee staat vast dat X de feitelijke beschikkingsmacht had over de tabak en de tabak voorhanden heeft gehad als bedoeld in artikel 51, lid 1, aanhef en onderdeel b, Wet Accijns. Het verweer van X dat zij van niets wist, helpt haar niet, omdat wetenschap geen vereiste is.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
12 januari 2023
Rolnummer
19/3743
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:156
NLF-nummer
NLF 2023/0290
Aflevering
2 februari 2023
bwbr0005251&artikel=1,bwbr0005251&artikel=1,bwbr0005251&artikel=2,bwbr0005251&artikel=2,bwbr0005251&artikel=51,bwbr0005251&artikel=51

Naar de bovenkant van de pagina