Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Alpenrind GmbH is actief in de branche van vee- en vleesverkoop. Sinds 1997 exploiteert zij in Oostenrijk een gepacht slachthuis. In 2007 heeft Alpenrind met Hongaarse bedrijven overeenkomsten gesloten waarbij deze zich verplicht hebben tot het uitsnijden en verpakken van runderkarkassen. De werkzaamheden werden uitgevoerd in de bedrijfsruimten van Alpenrind door naar Oostenrijk gedetacheerde werknemers.

Voor deze werknemers die door Martimpex werden tewerkgesteld, heeft het bevoegde Hongaarse socialeverzekeringsorgaan, deels met terugwerkende kracht en deels in gevallen waarin het Oostenrijkse socialeverzekeringsorgaan al had vastgesteld dat de betrokken werknemer verplicht verzekerd was volgens de Oostenrijkse wetgeving, A1-formulieren afgegeven waarin werd verklaard dat de Hongaarse socialezekerheidswetgeving van toepassing was. In elk van deze formulieren werd Alpenrind genoemd als de werkgever op de plaats waar beroepswerkzaamheden werden verricht. Het Verwaltungsgerichtshof (hoogste bestuursrechter, Oostenrijk) heeft over deze zaak prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.

Het HvJ heeft het volgende voor recht verklaard:

1. Een bevoegd afgegeven A1-verklaring is niet enkel bindend voor de organen van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht, maar ook voor de rechterlijke instanties van die lidstaat.

2. Een bevoegd afgegeven A1-verklaring is bindend voor zowel de socialezekerheidsorganen van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht als de rechterlijke instanties van die lidstaat, zolang dit formulier niet is ingetrokken of ongeldig is verklaard door de lidstaat van afgifte, ook al hebben de bevoegde autoriteiten van deze laatste lidstaat en de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht de zaak voorgelegd aan de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en heeft deze commissie geconcludeerd dat dit formulier ten onrechte is afgegeven en zou moeten worden ingetrokken.

3. Een bevoegd afgegeven A1-verklaring is bindend voor zowel de socialezekerheidsorganen van de lidstaat waar de werkzaamheden worden verricht als de rechterlijke instanties van die lidstaat, in voorkomend geval met terugwerkende kracht, ook al is dit formulier pas afgegeven nadat deze lidstaat had vastgesteld dat de werknemer uit hoofde van zijn wetgeving verzekeringsplichtig was.

4. Wanneer een werknemer die door zijn werkgever wordt gedetacheerd om werk te verrichten in een andere lidstaat, wordt vervangen door een andere werknemer die wordt gedetacheerd door een andere werkgever, moet deze laatste werknemer worden geacht te zijn ‘uitgezonden om een ander te vervangen’ en blijft hij niet onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waar zijn werkgever zijn werkzaamheden normaliter verricht.

Het arrest van het Hof van Justitie (HvJ) inzake Alpenrind is in een aantal opzichten een belangwekkende uitspraak. Allereerst bevestigt het HvJ de heersende leer dat alle organen van een lidstaat gebonden zijn aan een afgegeven A1-verklaring totdat deze is ingetrokken of ongeldig is verklaard. Dit uitgangspunt geldt eveneens voor de rechterlijke instanties van de lidstaten. Alleen in een situatie zoals in het arrest Altun aan de orde is, kan hierop een uitzondering worden gemaakt. 

Voorgelegd geschil aan de Administratieve Commissie

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
HvJ
Datum instantie
6 september 2018
Rolnummer
C‑527/16
ECLI
ECLI:EU:C:2018:669
Auteur(s)
Gabriëlle van de Ven
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2018/2090
Aflevering
4 oktober 2018
Judoreg
NFB1808

Naar de bovenkant van de pagina