Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is gehuwd en is vader van drie kinderen. X is de kostwinner van het gezin.

Op 1 maart 2020 heeft X aangifte IB/PVV 2019 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 64.544. De aanslag is conform de aangifte opgelegd.

Rechtbank Gelderland heeft het standpunt van X verworpen dat het onderscheid in belastingheffing tussen één- en tweeverdieners een verboden discriminatie oplevert.

X heeft hoger beroep ingesteld maar Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart dat ongegrond.

Met de individualisering van het belastingstelsel is uitdrukking gegeven aan een welbewuste afweging van de wetgever. Die afweging in een individueel geval terzijde stellen zou de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaan (vgl. HR 19 november 2021, 20/03558, ECLI:NL:HR:2021:1719, NLF 2021/2256, met noot van Van den Berg, r.o. 4.7).

Er is ook geen sprake van schending van gedragsbepalingen (artikel 8 EVRM, artikel 26 IVBPR, artikel 14 EVRM en/of artikel 1 EP), aldus het Hof.

De Hoge Raad heeft op 24 november 2023 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (22/03087)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
5 juli 2022
Rolnummer
21/00676
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:5844
NLF-nummer
NLF 2022/1392
Aflevering
21 juli 2022

Naar de bovenkant van de pagina