Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is woonachtig in Duitsland. Zij is eind 2001 uitsluitend vanwege privéredenen verhuisd naar Duitsland. X heeft een dienstbetrekking bij de Belastingdienst. Zij werkt (met expliciete goedkeuring van haar werkgever) één dag per week thuis in Duitsland. Daarnaast verricht zij voor haar werkgever ook werkzaamheden op andere locaties buiten Nederland, vooral in Duitsland. Op basis van haar werkurenregistratie heeft X in 2017 22% van haar werkzaamheden buiten Nederland verricht.

X heeft een loon uit dienstbetrekking aangegeven van € 62.303 en daarbij aftrek ter voorkoming van dubbele belasting geclaimd ter zake van de buiten Nederland gewerkte uren naar een inkomen van € 13.706. De aftrek is niet verleend.

In geschil is of dat terecht is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van de buiten Nederland gewerkte uren op grond van artikel 18, lid 1, onderdeel b, Verdrag Nederland-Duitsland. Naar het oordeel van de Rechtbank dient de letterlijke tekst van de verdragsbepaling als uitgangspunt te worden genomen bij de uitleg daarvan.

Het beroep is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
4 juli 2022
Rolnummer
20/6983
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:3675
NLF-nummer
NLF 2022/1419
Aflevering
21 juli 2022

Naar de bovenkant van de pagina