Direct naar content gaan

Samenvatting

Fiscale eenheid X (belanghebbende) heeft over het vierde kwartaal 2009 en over het vierde kwartaal 2010 omzetbelasting op aangifte voldaan. Zij heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoeningen op aangifte. De Inspecteur heeft de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. In geschil is of dat terecht is.

Niet in geschil is dat X haar bezwaarschriften ruim buiten de bezwaartermijn heeft ingediend. X stelt zich op het standpunt dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim is en beroept zich op een aantal brieven. Hof Arnhem-Leeuwarden is echter met Rechtbank Gelderland van oordeel dat de Inspecteur de brieven niet behoefde te begrijpen als (premature) bezwaren tegen de jaren 2009 en 2010.

X stelt verder dat zij erop mocht vertrouwen dat het niet nodig was om voor 2009 en 2010 afzonderlijk bezwaar te maken. Naar het oordeel van het Hof heeft X niet aannemelijk gemaakt dat zij er in redelijkheid op mocht vertrouwen dat buiten de wettelijke bezwaartermijnen ingediende verzoeken om teruggaaf anders dan ambtshalve zouden worden beoordeeld. Er is ook geen sprake van strijd met het evenredigheidsbeginsel. De Inspecteur heeft de bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2009-2010
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
18 oktober 2021
Rolnummer
20/00732; 20/00733
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:9793
NLF-nummer
NLF 2021/2097
Aflevering
4 november 2021
bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:9,bwbr0005537&artikel=6:9

Naar de bovenkant van de pagina