Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Belastingdienst heeft per 16 oktober 2018 bij een (inmiddels failliete) bv (een installatiebedrijf) een betalingsachterstand vastgesteld van € 726.635. De Belastingdienst heeft daarbij kosten (inclusief rente en boetes) aan de bv in rekening gebracht voor een bedrag van in totaal € 92.534.

De bv stelt dat X, die via zijn administratiebedrijf diensten verleende en later als officemanager in loondienst is getreden, verantwoordelijk is voor de belastingadministratie en nalatig heeft gehandeld door de betalingen niet tijdig aan te geven en te regelen. De bv claimt dat het handelen van X opzettelijk of bewust roekeloos was. X is aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade, aldus de bv.

De civiele kamer van Hof Den Bosch oordeelt dat X weliswaar administratieve taken heeft uitgevoerd, maar geen directie- of beslissingsbevoegdheden had en daarmee niet als ‘algemeen directeur’ heeft gehandeld. Hij was verantwoordelijk voor de administratie en personeelszaken, maar betalingen en belastingzaken werden uiteindelijk door persoon B afgehandeld. X betwist dat hij opzettelijk informatie zou hebben achtergehouden en stelt dat hij de relevante documenten aan persoon B heeft voorgelegd.

Het Hof oordeelt al met al dat de rol van X als officemanager geen leidinggevende positie omvatte waarin hij zelfstandig beslissingen kon nemen.

Het Hof oordeelt voorts dat de bv niet heeft kunnen bewijzen dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid bij X zoals vereist in artikel 7:661 BW. Ook verwerpt het Hof het argument van de bv om de aansprakelijkheidsnorm voor opdrachtnemers toe te passen, omdat de aard van de arbeidsrelatie dit niet rechtvaardigt.

Het Hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van Rechtbank Zeeland-West-Brabant en veroordeelt de bv tot betaling van de proceskosten in hoger beroep (€ 5.879).

Metadata

Rubriek(en)
Civiel recht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
3 september 2024
Rolnummer
200.308.260/01
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:2795
NLF-nummer
NLF 2024/2485
Aflevering
5 november 2024

Naar de bovenkant van de pagina