Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Onderneming X (bv; belanghebbende) heeft een aanvraag ingediend voor een subsidie op grond van de TVL voor Q4 van 2021. De minister van EZK heeft de aanvraag afgewezen omdat de onderneming niet voldoet aan het vereiste dat het omzetverlies ten opzichte van de referentieperiode (Q4 van 2019) ten minste 20% is.
Het CBb zet in deze zaak op hoofdlijnen uiteen welke omstandigheden van belang kunnen zijn bij de beantwoording van de vraag of het in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel om geen TVL-subsidie te verlenen, terwijl bij een juiste toepassing van de TVL geen aanspraak zou bestaan op een subsidie. Deze omstandigheden betreffen het aantal keren dat de minister van de TVL is afgeweken, de diepgang van de beoordeling door de minister en de mate waarin afstemming of overleg met de minister heeft plaatsgevonden.
In deze zaak is de minister vijf keer van de TVL afgeweken. Het is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel om dat voor deze subsidieperiode niet te doen, aldus het CBb.
De minister moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van de aanwijzingen in deze uitspraak.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
Q4 2021
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum instantie
21 mei 2024
Rolnummer
22/1505
ECLI
ECLI:NL:CBB:2024:341

Naar de bovenkant van de pagina