Direct naar content gaan

Samenvatting

Fiscale eenheid X (belanghebbende) houdt zich met name bezig met het verrichten van diensten binnen de verzekeringssector. Enkele onderdelen van X krijgen concernkosten doorbelast van in Duitsland gevestigde concernvennootschappen. X meent dat de btw-heffing in Nederland over deze concernkosten in strijd is met de vrijheid van vestiging van artikel 49 VWEU. Zouden de in Duitsland gevestigde vennootschappen in Nederland zijn gevestigd, dan hadden zij volgens X deel kunnen uitmaken van haar Nederlandse fiscale eenheid. De doorbelaste concernkosten zouden dan niet in Nederland aan de heffing van btw zijn onderworpen. X betoogt dat de concernkosten onder die omstandigheden ook in een grensoverschrijdende situatie buiten de Nederlandse btw-heffing dienen te blijven.

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat het ongelijk van X (al) volgt uit het HvJ-arrest Danske Bank (HvJ 11 maart 2021, C-812/19, ECLI:EU:C:2021:196). Daarnaast verzetten het karakter en de aard van de Btw-richtlijn en de stand van de EU-harmonisatie zich tegen het betoog van X. De gevolgen die X voorstaat frustreren de administratieve vereenvoudiging en leiden tot concurrentieverstoringen, aldus het Hof.

X heeft met één middel cassatieberoep ingesteld, maar volgens A-G Ettema is dat ongegrond. De territoriale begrenzing van de fiscale eenheid is niet in strijd met de vrijheid van vestiging. Het beroep op de per-elementbenadering brengt hierin geen verandering. De A-G acht het voorts niet noodzakelijk prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
A-G
Datum instantie
28 juli 2023
Rolnummer
21/02456
ECLI
ECLI:NL:PHR:2023:700
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/1985
Aflevering
7 september 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5962
bwbr0002629&artikel=7&lid=4,bwbv0001506&artikel=49,bwbr0002629&artikel=7&lid=4,bwbv0001506&artikel=49

Naar de bovenkant van de pagina