Direct naar content gaan

Samenvatting

De bedrijfsactiviteiten van X (belanghebbende) bestaan onder andere uit het vervaardigen van orthopedische maatvoetbedden. Dit betreft specifiek voor de voet van een individuele patiënt gemaakte voetbedden door een orthopedisch technoloog waarin een oplossing is aangebracht voor ondersteuning van de voet.

In geschil is of X voor de orthopedische maatvoetbedden recht heeft op toepassing van het verlaagde btw-tarief.

Rechtbank Gelderland stelt vast dat losse orthopedische maatvoetbedden niet in de tekst van tabel I, post a.35, Wet OB 1968 zijn opgenomen en ook niet onder de categorie orthopedisch schoeisel vallen omdat geen sprake is van een schoen.

Uit de toelichting volgt dat de hoofdregel is dat het verlaagde tarief niet op losse orthopedische voetbedden van toepassing is. Een uitzondering geldt voor orthopedische voetbedden die een aanvulling vormen op ontbrekende delen van de voet en die ten doel hebben scheefgroei van vooral tenen op te heffen en/of te voorkomen. Op X rust de bewijslast dat de orthopedische maatvoetbedden waar het in deze procedure over gaat, onder deze uitzondering vallen. X heeft niet aan de op haar rustende bewijslast voldaan.

Er is voorts geen sprake van schending van het neutraliteitsbeginsel, omdat geen sprake is van soortgelijke goederen.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
eerste kwartaal 2022
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
12 februari 2024
Rolnummer
22/5589
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:737
NLF-nummer
NLF 2024/2020
Aflevering
10 september 2024
bwbr0002629&artikel=9&lid=2,bwbr0002629&artikel=9&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina