Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 3 mei 2021 stond de auto van X (belanghebbende) geparkeerd op een parkeerplaats in Diemen. Om 13.46 uur heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat X geen parkeergeld had betaald.

In geschil is de in verband hiermee opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Niet in geschil is dat ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag de parkeertijd met minder dan een uur was overschreden. Gelet op artikel 234, lid 3, Gemw mag dan een naheffingsaanslag worden opgelegd voor de duur van een uur. De Heffingsambtenaar heeft echter een dagtarief nageheven.

Het na te heffen bedrag is niet als uurtarief in de parkeerverordening opgenomen of op grond van de formulering in de parkeerverordening te herleiden tot een uurtarief. Het tarief geldt ongeacht de duur dat geparkeerd wordt. De naheffingsaanslag is daarom in strijd met artikel 234, lid 3, Gemw opgelegd, oordeelt Rechtbank Amsterdam.

De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum instantie
10 mei 2022
Rolnummer
21/4538
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2022:2525
NLF-nummer
NLF 2022/1616
Aflevering
18 augustus 2022
bwbr0005416&artikel=234&lid=3,bwbr0005416&artikel=234&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina