Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De minister van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag (46 pagina’s) alsmede een nota van wijziging van dit wetsvoorstel (35 819) aan de Tweede Kamer aangeboden. In de nota naar aanleiding van het verslag beantwoordt de minister de vragen en opmerkingen van de Tweede Kamer over dit wetsvoorstel.

Naast een verduidelijking van de inhoud van een terugmelding, wordt met deze nota van wijziging het Bureau Economische Handhaving (BEH) de bevoegdheid gegeven bij een Wwft-instelling die een terugmelding heeft gedaan, bij een trustee of bij een juridische entiteit inlichtingen te vorderen die het BEH nodig heeft voor de uitvoering van zijn taak.

Het wetsvoorstel

Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van de verplichting tot het bijhouden en centraal registreren van informatie over de uiteindelijk belanghebbende (UBO) van trusts en soortgelijke juridische constructies. Deze verplichting vloeit voort uit de Europese Vierde (gewijzigde) antiwitwasrichtlijn. De implementatie vindt grotendeels plaats in de nieuwe Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Implementatiewet). Daarnaast worden de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Wet op de economische delicten (Wed) gewijzigd.

Dit wetsvoorstel regelt onder meer een algemene verplichting voor de trustee om bepaalde informatie over trusts en soortgelijke juridische constructies en de uiteindelijk belanghebbenden daarvan in te winnen, bij te houden en te registreren, alsmede een bestraffing in het geval van niet-nakoming van die verplichting.

Invoering per 1 oktober 2022

De implementatietermijn is op 10 januari 2020 verstreken, terwijl het register uiterlijk op 10 maart 2020 opgezet had moeten zijn. De Belastingdienst heeft in de uitvoeringstoets bij dit wetsvoorstel aangegeven dat het voorstel uitvoerbaar is als geaccepteerd wordt dat de handhaving naar verwachting zeer beperkt effectief is in buitenlandse situaties met name door de afhankelijkheid van het Bureau Economische Handhaving bij de verkrijging van (contra-)informatie. Voorts geeft de Belastingdienst in deze toets aan dat invoering mogelijk is per 1 oktober 2022.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2021 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
4 juli 2021
Auteur(s)
Reinier Kooiman
Deloitte/Universiteit van Amsterdam
NLF-nummer
NLF 2021/1464
Aflevering
22 juli 2021
Judoreg
NFB4468

Naar de bovenkant van de pagina