Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze zaak zijn achttien naheffingsaanslagen parkeerbelasting in geschil voor parkeeracties in Rotterdam.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de Heffingsambtenaar de kosten van de naheffing in rekening mocht brengen zoals hij heeft gedaan.

In een drietal zaken is het beroep gegrond vanwege schending van artikel 234, lid 3, Gemw. De betreffende parkeerlocatie ligt in een zogenoemde Stop & Shop-zone, waar een sterk gereduceerd parkeertarief geldt voor het eerste half uur. Daarna geldt het reguliere parkeertarief per uur.

In dit geval heeft de Heffingsambtenaar de neheffingsaanslagen opgelegd voor de parkeerduur van een uur tegen het reguliere parkeertarief. Hij heeft niet gesteld dat er langer dan een uur is geparkeerd. Dit maakt dat de Heffingsambtenaar het verkeerde tarief in de naheffingsaanslag heeft toegepast.

De Rechtbank voorziet in de zaak en vermindert de naheffingsaanslagen.

Daarnaast wordt in een aantal zaken een immateriële schadevergoeding toegekend vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021-2022
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum instantie
20 februari 2025
Rolnummer
23/2809; 23/2810; 23/2811; 23/2812; 23/2813; 23/2814; 23/2815; 23/2816; 23/2819; 23/2821; 23/2824; 23/2827; 23/2829; 23/2830; 23/2831; 23/2834; 23/2837; 23/2840
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2025:2491
NLF-nummer
NLF 2025/0569
Aflevering
11 maart 2025
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005416&artikel=234

Naar de bovenkant van de pagina