Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 10 november 2021 vond het plenaire debat over het Pakket Belastingplan 2022 plaats. Onderdeel van dit pakket was het wetsvoorstel ‘Aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten’ (35 929). In dit debat heeft de staatssecretaris de Kamer verzocht dit wetsvoorstel aan te houden naar aanleiding van twijfels die zijn geuit door Kamerleden. Deze twijfels zagen hoofdzakelijk op de uitvoeringslasten en de generieke toepassing van de aandelenoptieregeling. Naar aanleiding van deze twijfels heeft de staatssecretaris meerdere mogelijkheden verkend om enerzijds de uitvoeringslasten te beperken en anderzijds de generieke toepassing te beperken en daarbij de voor- en nadelen gewogen.

De uitkomsten van deze verkenningen hebben de staatssecretaris doen concluderen dat hij het wetsvoorstel niet zal aanpassen. In de bijgevoegde Kamerbrief geeft hij een uitleg van deze beslissing. Dit doet hij door allereerst de noodzaak en het ontstaan van het wetsvoorstel voor de Nederlandse start-up- en scale-up-sector te schetsen.

Vervolgens geeft hij aan welke mogelijkheden hij heeft verkend om het wetsvoorstel aan te passen en welke voor- en nadelen daarbij zijn gewogen. Aanvullend gaat de staatssecretaris in op een zorg uit de Kamer dat het wetsvoorstel tot oneigenlijk gebruik zou kunnen leiden.

Binnen enkele weken gaat de staatssecretaris een nota van wijziging naar de Kamer sturen met een door het aanhouden van het wetsvoorstel noodzakelijke wijziging van de inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel naar 1 januari 2023. Daarna zal de Kamer de plenaire behandeling van dit wetsvoorstel voortzetten.

Doel van het wetsvoorstel

Op basis van de huidige wetgeving worden aandelenoptierechten belast op het moment dat deze optierechten worden uitgeoefend, met andere woorden: het moment waarop de optierechten worden omgezet in aandelen. Voorgesteld wordt om deze fiscale regeling voor aandelenoptierechten te wijzigen waardoor het aantrekkelijker wordt om aandelenoptierechten als loon te verstrekken. Als gevolg van dit wetsvoorstel wordt het heffingsmoment van uitoefening van een aandelenoptierecht in beginsel verschoven naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn en er dus liquide middelen voorhanden kunnen zijn om de verschuldigde belastingen te voldoen. Deze maatregel is in eerste instantie voortgekomen uit de wens van met name start-ups en scale-ups die vaak gebruikmaken van aandelenoptierechten om ondernemend, technisch en ICT-personeel aan te trekken en te betalen. De beoogde datum van inwerkingtreding was 1 januari 2022.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2022 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
3 april 2022
Rolnummer
2022-0000105700
Auteur(s)
Karima Taouil
EY Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2022/0770
Aflevering
21 april 2022
Judoreg
NFB4952
bwbr0002471&artikel=10,bwbr0002471&artikel=10,bwbr0002471&artikel=10a,bwbr0002471&artikel=10a,bwbr0002471&artikel=13a,bwbr0002471&artikel=13a,bwbr0002471&artikel=32bb,bwbr0002471&artikel=32bb,bwbr0002471&artikel=36,bwbr0002471&artikel=36

Naar de bovenkant van de pagina