Direct naar content gaan

Samenvatting

De Adviescommissie belastingheffing van multinationals heeft op 15 april 2020 haar rapport ‘Op weg naar balans in de vennootschapsbelasting’ verstuurd aan staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën). Hierin presenteert de commissie een basispakket van zeven maatregelen dat de belastingheffing voor multinationals eerlijker maakt, waarbij oog wordt gehouden voor het vestigingsklimaat. Daarnaast wijst de commissie op het belang van internationale samenwerking als de belangrijkste weg naar een goed functionerend internationaal belastingsysteem zonder ongewenst strategisch gedrag van multinationals. Ook constateert de commissie dat aanvullend onderzoek nodig is. In verband met het coronavirus, is op 15 april geen persbriefing georganiseerd. Paul de Haan had liever gezien dat de commissie de geschiedenis en context van wat nu aan de hand is, had beschreven en vervolgens van een normatief kader had voorzien. Een kader waarbinnen de beleidsontwikkeling zich zou moeten bewegen. Dan krijgen ook begrippen als eerlijkheid kleur en inhoud.

Opinie

‘Plagen zijn immers een zaak van iedereen, maar het is moeilijk om in plagen te geloven op het moment dat ze je overvallen. Er zijn in de wereld evenveel pestepidemieën geweest als oorlogen, en toch zijn de mensen op beide even weinig voorbereid.’‘I believe that property should be the main tax base and that we can use satellites for this purpose. This would be an ecological tax system where every “pixel” of the globe is represented and assigned a certain value.’

Een sympathiek voorstel

In een prachtige column (NRC 25 april) schrijft Pfeijffer onder andere:

‘Sinds we God op non-actief hebben gesteld en hem zijn schepping uit de handen hebben gerukt, zijn we ons meesters van ons lot gaan wanen. Het leven was maakbaar en zelfs de dood zetten we naar onze hand.’

Het gaat dus om de illusie van controle of misschien wel de grote leugen van deze tijd: maakbaarheid. De tijd is rijp voor verandering. Herzfeld constateert in Tax Notes:

‘Radical U.S. tax reform following a catastrophic fiscal event is the norm, rather than the exception’.

Een mogelijk US-begrotingstekort van $1.800.000.000.000 is wel ernstig genoeg, denk ik. Een aantal vooraanstaande landgenoten neemt een voorproefje hierop en bepleit het verbinden van eisen op het gebied van verduurzaming en vermaatschappelijking van het bedrijfsleven bij de steunverlening. Een sympathiek voorstel.

Steun en KLM

Uiteraard komt ook de belastingmoraal om de hoek kijken. Ons vak is actueler en relevanter dan ooit! Zelfs het feit dat Ierland voor de vliegtuigindustrie is wat Panama voor de scheepvaart is (een mooie analogie van Kamerlid Paternotte in Buitenhof), komt aan de orde bij een mogelijke steunverlening aan de KLM. Wel vergeet Paternotte een kleinigheid: Ierland ligt in de EU en Panama niet. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie dat men om bijvoorbeeld fiscale redenen naar Ierland mag emigreren. Dat alleen een Ierse postbus hebben niet volstaat, is kennelijk alleen bij KLM-piloten nog steeds niet geland. (Weet u nog het maatschappelijke ongemak toen warhoofd en acteur Gerard Depardieu Frankrijk wilde verlaten om de Franse belasting op superrijken te ontlopen?)

Maar men moet naast de rechtmatigheid, de doelmatigheid van de steun bepalen en dus kijken naar de levensvatbaarheid op termijn van dit bedrijf. Warren Buffet wist te melden dat hij zijn aandelen in luchtvaartmaatschappijen van de hand heeft gedaan. Als Buffet verkoopt, is het opletten geblazen. Dus: wat is er mis om KLM eerst te saneren, te verduurzamen en dat dan te steunen. Blauwe trots betekent juist bedrijfsmatige optimalisering zodat we over twintig jaar nog steeds trots kunnen zijn. Wel zou men de positieve spillovereffecten van KLM en Schiphol moeten onderzoeken. Ik ben ervan overtuigd dat Schiphol en de Rotterdamse haven veel belangrijker zijn voor buitenlandse investeerders dan welke tax ruling dan ook.

Vieze woorden en maakbaarheid

Voor de meeste mensen is de illusie van maakbaarheid een aangename. Fiscalisten zijn mensen en als beroepsgroep zeer bedreven in het reduceren van de wereld tot grensarbeidersregelingen, zelfstandigenaftrek en inwonersbegrippen. De verleidelijke vlucht in de – zal ik maar zeggen – ‘kleine’ techniek. Ik bedoel dat niet neerbuigend. Maar de problematiek mag toch ook op wereldschaal bekeken worden en met enige – zal ik het zeggen? – visie. Luister eens naar Jack Ma, de oud-CEO van Alibaba (makkelijk te vinden op YouTube). De man schetst in gebroken Engels geweldige vergezichten. Maar goed, wij kneden het ‘in de wereld’-staan vaktechnisch om in iets wat kleiner is en wat we kennen en begrijpen.

Ramsey Nasr hield (Buitenhof 18 april 2020) een vlammend pleidooi voor de zachte sectoren onderwijs, zorg en cultuur. Dat laatste begrip vormt met ‘visie’ en ‘geschiedenis’ de top 3 politiek vieze woorden in dit land van Droogstoppels. Kunstenaars denken het ondenkbare, zei Nasr gedreven. En historici zou ik zeggen. De geschiedenis is vol met dingen die nooit zouden hebben kunnen gebeuren. Ik ben nu bezig met een keuze door Willem Otterspeer uit het werk van vermaard geschiedkundige Wesseling en men valt van het ene ondenkbare in het andere. De vrolijkheid waarmee men de oorlog in pleegde te gaan, is bijvoorbeeld onbeschrijfelijk. De Eerste Wereldoorlog werd in een gedicht (van Psichari, zo lees ik in Wesseling) aangekondigd als ‘onzegbaar gedicht van bloed en schoonheid’. En hij was niet de enige, zo lees ik ook weer in Wesseling. Het zou een vrolijke, korte oorlog worden waarin letterlijk het recht en cultuur van de sterkste zou zegevieren.

Post-COVID-19 en Ter Haar

Hoe moeten wij de post-COVID-19-situatie denken? De adviescommissie-Ter Haar gaat er niet op in. Dat vind ik dus verbijsterend. Het is een grotendeels ambtelijke commissie die goed en gedegen zijn (fiscaaltechnische) werk heeft gedaan, nauwgezet de opdracht vervult maar zich verre heeft gehouden van vergezichten of diepe noties. De roemruchte Sir Humphrey uit de ‘Engelse ambtenaren’-tv-satire Yes Minister zei al dat Jezus’ Bergrede uit de Bijbel waarschijnlijk niet gepubliceerd was als het een ambtelijk rapport zou zijn geweest. Hoogleraren en commissieleden als Van de Streek en De Wilde staan bekend om hun eigenzinnige visie maar door de overheersende behoefte aan consensus zijn hun ideeën niet echt aan bod gekomen. Zo is althans mijn indruk. Al is het leggen van een 50%-bodem in de te betalen vennootschapsbelasting en een onbeperkte verliescompensatietermijn een mooi compromis.

Het rapport komt echter op een aantal belangrijke punten niet verder dan het registreren van de noodzaak tot ‘internationale samenwerking’ en ‘verder onderzoek’. Dat zijn terechte maar veilige statements. De invulling van het begrip eerlijkheid is lastig en hangt af van verschillende perspectieven, zo verhaalt het rapport. Die deur was al open; het gaat erom welke relevante perspectieven er zijn en vanuit welk perspectief of perspectieven de commissie handelt.

NOB-webinar

Het NOB heeft op 14 mei jl. – waarvoor lof – een webinar georganiseerd waarin het ene commissielid (Esther van Rijswijk) het andere (voorzitter ter Haar) interviewde. Ik kreeg toch wel een groot Yes Minister-gevoel en dat lag niet aan Esther van Rijswijk! Van Rijswijk hield de vaart erin, was scherp, hield regie en bij de verschillende door corona noodzakelijke changementen hield zij gewoon haar mond. Voortreffelijk. Met grote stelligheid weet Ter Haar open deuren in te trappen en hij lijkt zichtbaar ingenomen met ‘zijn’ commissie. Hij heeft een vertederend kuchje. Tegelijkertijd straalt hij een robotachtige stabiliteit uit; het kuchje maakt hem menselijk. Latere sprekers waren: Anna Gunn (felle blik, priemende ogen, spat van het scherm), Bart Snels (to the point, beheerst en met visie), Pieter Omtzigt (gedreven, deskundig, relaxed, af en toe een beetje te zelfbewust), Hans van den Hurk (iets te vaak boos, gaat steeds meer op Syp Wynia, hoofdredacteur van Elsevier lijken, maar wel het peper en zout aan tafel), Wouter Paardekooper (chique als altijd, maar praat zo netjes en afgemeten dat ik er achterdochtig van word), Edwin Visser (in vorm, helder, heeft duidelijk mediatraining gehad, had vroeger geregeld iets vermoeid-chagrijnigs over zich, dat is nu weg) en Arnold Merkies (rustig en niet drammerig; duidelijk formulerend en inhoudelijk sterk).

Kommunikaasie

Anna Gunn deed haar recent toegekende Jaap van den Berge-penning eer aan. Als iemand ongemak voelt over zeg een oneerlijke heffing, helpt het niet om tegen die persoon omstandig artikel 13, lid 1, onderdeel a uit te leggen. Daar herstelt men het vertrouwen niet mee. Het ontbreekt veel mensen – journalisten inbegrepen – aan kennis van het fiscale en de voorgeschiedenis ervan, constateert Gunn, en dus is het niveau van het publieke fiscale debat laag. Allemaal raak! Paardekooper klaagde dat er geen bedrijfsfiscalisten in de commissie zaten. Maar dat is een gotspe: waar vinden wij bedrijfsfiscalisten die in krant of talkshow zeggen waar hun bezigheden uit bestaan? Of je scheert of je wordt geschoren, is een van de mediawetten. Communicatie gaat veelal niet over feiten maar over belevingen. In zijn laatste essay Mens/onmens, zegt Bas Heijne:

‘Het gaat niet zozeer om waarheid versus leugen, feit tegenover fictie, de statistiek tegenover de emotie, maar om de cynische exploitatie van het besef dat er vele, misschien wel ontelbare beleefde waarheden zijn.’

Stabiliteit, cijfers en nietsdoen

Ik vond Edwin Vissers’ opmerking dat het gelijkschakelen van fiscaal en commercieel winstbegrip door de commissie had moeten worden genoemd, zeer interessante en terechte kritiek. En hij pleitte voor rust op het front en alternatieven voor wetgeving. Raak! Zeker omdat – wat Merkies mooi verwoordde – men gewoon niet de cijfers heeft om ‘echte’ conclusies te trekken. Paardekoper vond erg veel zuur in het rapport en trof het eerste beetje zoet pas aan op p. 104 van het 105 pagina’s tellende rapport. Allemaal steekhoudende kritiek.

Als men zegt dat stabiliteit en voorspelbaarheid ook onderdeel zijn van een eerlijk belastingklimaat dan had men wellicht iets kunnen zeggen over het armzalige wetgevingsproces, over de oneindige reeks wetswijzigingen op bijvoorbeeld het gebied van de renteaftrekbeperkingen, de crisis in het internationale fiscale recht, de afbraak van het multilaterale bouwwerk en … de COVID-19-ellende? Tabel 4 op p. 21 van het rapport gooit de emmer leeg; vol met allerlei beperkende maatregelen op basis van BEPS, ATAD, staatssteunregels enz. Zou een commissie misschien ook eens tot het volgende overkoepelende advies kunnen komen: doe eens vijf of tien jaar helemaal NIETS op wetgevend terrein, reorganiseer de Belastingdienst en regel de IT-architectuur! Zo begrijp ik de opmerkingen van Visser tijdens het webinar om eerst eens af te wachten hoe de verschillende BEPS- en ATAD-wijzigingen zich de komende jaren ‘zetten’ om een ambachtsterm te gebruiken.

Het zit er niet in. Omtzigt en Snels – twee van onze beste parlementariërs – waarschuwen dat de COVID-19-crisis de schatkist uitput en dat belastingen omhoog moeten. Maar doe het dan met een eenvoudige, nominale tariefverhoging.

Een commissie zou – binnen de opdracht – innovatief en holistisch kunnen werken door echt nieuwe ideeën te introduceren en te bespreken. Neem het idee van Allison Christians die in Tax Notes een derde pilaar suggereerde onder de BEPS digitale soap: een mondiale excess profit tax!

Elastieken werkelijkheid

Het rapport is een voorbeeldige samenvatting van wat de afgelopen jaren is gebeurd op het gebied van belastingheffing van multinationals. En daar is alles mee gezegd. Het zou toch mooi zijn geweest als men nu eindelijk eens handen en voeten aan het vestigingsklimaat-evangelie zou geven. Elasticiteiten en staafdiagrammen worden over ons uitgestrooid maar niets over de werkelijk toegevoegde waarde van hoofdkantoren in Nederland. Ik denk namelijk dat die vestigingen indirect veel meer opleveren – ‘spillovers’ – dan wij denken. Het wordt alleen nooit uitgelegd of hard gemaakt. De eenvoudige verklaring is dat we alleen uitrekenen wat we weten en dus uit kunnen rekenen, oftewel de ‘known knowns’. Bij een lager nominaal tarief vennootschapsbelasting gaat de aantrekkelijkheid van ons vestigingsklimaat verrassenderwijs omhoog. Hebben we daar bij wijze van spreken een staafdiagram voor nodig?

Ter Haar en hoofdkantoren

In zijn column voor de Telegraaf (9 mei) lijkt Vermeend fiscale presentjes aan te bevelen om hoofdkantoren aan te trekken want de economie krimpt met 7%. We noemen dat dan geen cadeau maar instrumentalistisch gebruik van de fiscaliteit en Vermeend is daar – bijna tegen de klippen op – een groot voorstander van. Dit denken resoneert enorm bij Van den Hurk en Paardekoper in het NOB-debat. Van den Hurk gaf terecht aandacht aan de beleidskeuze: minder vennootschapsbelasting, maar wel meer omzetbelasting en loonbelasting. Het is heel lang de impliciete keuze geweest van Nederland met bijvoorbeeld het rulingbeleid: ‘banen voor vennootschapsbelasting’. Maar wees open en eerlijk en maak duidelijk dat Nederland geen ‘beggar thy neighbor’-beleid (meer) toepast en dus niet (meer) meedoet aan het faciliteren van agressieve tax planning. Reële investeringen zijn welkom maar geen postbussen meer.

Snels liet zich niet vermurwen: de belastingmix moet anders, van belasting op arbeid tot belasting op vermogen en juist meer vennootschapsbelasting. Omtzigt leek hier voorzichtig in mee te gaan.

Horizontaal toezicht

De gesignaleerde asymmetrie tussen aftrekbare kosten en belastbare baten voor hoofdkantoren van multinationals is al decennia een doorn in het oog van onze Belastingdienst. De beste manier om dat op te lossen is mijns inziens via de uitvoeringspraktijk: te weten via afspraken binnen het horizontaal toezicht, maar dat toezicht is inmiddels afgeschaft! (Horizontaal toezicht: een werkelijk innovatieve en holistische manier om gezamenlijk fiscale problemen op te lossen.) Daar had de commissie misschien ook iets over naar voren kunnen brengen. Maar nee, het kabbelt door, strak binnen de kaders van een politiek geformuleerde opdracht.

Vestigingsklimatologie

Het valt eveneens op dat het rapport-Ter Haar inhoudelijk op geen enkele wijze ingaat op het recent door Wiebes gepubliceerde pakket over het Nederlandse investeringsklimaat terwijl de opdracht toch mede inhield de aantrekkelijkheid van hoofdkantoren voor dit land te bekijken. In vacuo Ter Haarus? Niet duidelijk wordt echter hoe (on)belangrijk belastingen zijn voor een vestigingsklimaat. In de brief van Wiebes komen we het volgende tegen:

‘De afgelopen maanden hebben meerdere bedrijven niet voor Nederland gekozen doordat zij geen bankrekening konden krijgen, hieronder bevond zich ook een belangrijke internationale non-profit organisatie.’

Dat is dus een relevante elastieken correlatie. En weet u nog dat Alibaba’s distributiecentrum niet naar Nederland kon komen omdat de Belastingdienst de gigantische goederenstromen niet aan zou kunnen?

Afsluiting en 4 mei

Ik had liever gezien dat de commissie de geschiedenis en context van wat nu aan de hand is, had beschreven en vervolgens van een normatief kader had voorzien. Een kader waarbinnen de beleidsontwikkeling zich zou moeten bewegen. Dan krijgen ook begrippen als eerlijkheid kleur en inhoud. Zo meen ik Gunns opmerking dat het probleem niet voldoende geanalyseerd is door de commissie, te kunnen plaatsen.

Maar het is niet alles treurnis in dit land. De 4 mei-herdenkingsredes van zowel Grunberg als Koning Willem Alexander op een stil en verlaten plein in Amsterdam waren indrukwekkend. Sobibor begon in het Vondelpark en die Marokkaan, dat ben ik. Vervang Booking.com eens door Islambanking.com en stel u voor wat reactionair Nederland in dat geval geroepen had. En dat de Telegraaf en Joost Eerdmans dat niet willen begrijpen, doet daar niets aan af. Let but, zou Jan van Soest hebben gezegd. En teken die petitie.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Wetsartikelen
Auteur(s)
mr. P.M. de Haan
De Haan advies
NLF-nummer
NLF Opinie 2020/15
Judoreg
NFB3270
Publicatiedatum
17 mei 2020
bwbr0002672&artikel=13d,bwbr0002672&artikel=13e

Naar de bovenkant van de pagina