Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het is bijzonder spijtig dat iets wat een voorbeeld is van innovatief en effectief overheidshandelen – de ruling – al zo lang onder vuur ligt. De brievenbusmaatschappij is terecht voorbij. Maar moeten we de snelwegen of Schiphol sluiten omdat een paar criminelen deze faciliteiten misbruiken als vluchtroute? Natuurlijk niet, vindt Paul de Haan.

Opinie

‘Benoîte Groult is perfectly well aware of the material benefits of having sex with an American. She makes the link between sexual hunger and hunger for food quite explicit.’

Staat betaalt Oxfam jaarlijks € 75 miljoen

In de Guardian van 22 februari staat een indringend stuk van Afua Hirsch over de Oxfam saga ‘sex, lies and videotapes’ met als titel: The Oxfam abuse scandal is built on the aid industry’s white saviour mentality.

Witte mannen en de tropen is altijd al een nerveuze bedoening geweest. In ons Indië klaagde men al: ‘Men wandelt niet ongestraft onder palmen’. Lees over die clash of cultures, De stille kracht van Couperus er maar op na. Bas Heijne zegt hierover in zijn essay over Couperus: ‘De stille kracht is een visionaire roman over de onmogelijkheid van een cultuur om zich door overheersing blijvend te wortelen in een andere cultuur.’ Hij vergelijkt de stille kracht van Couperus met Heart of Darkness van Joseph Conrad: ‘In beide werken wordt het gerieflijke idee van westerse beschaving, of van alle beschaving, op losse schroeven gezet, door die naar een wezensvreemde omgeving te verplaatsen – de Congo bij Conrad, Java bij Couperus.’

De rationalist, de zakenmens, de goedmens, de kwaadmens, de kunstenmens, de mediamens; allemaal moeten ze eraan geloven, tenzij het in de woorden van Kipling in ‘The Ballad of East and West’ ‘two strong men’ betreft die ‘face to face’ staan. Dus: 1. sterke mensen die 2. gelijkwaardig tegenover elkaar staan. Zouden in de visie van Happé NGO’s net als bedrijven in ethiekvrije zones handelen? Of moreel ontkoppeld zijn? Mensen – ongeacht of zij werkzaam zijn bij een hulporganisatie, plantsoendienst, adviesbureau, kerk of bedrijf – kunnen hun moreel besef parkeren, zoals filosoof Gerard Visser het mooi uitdrukte. En berg je dan maar voor de smeerlapperij die los komt.

In fiscalibus staat Oxfam misschien wel op het hoogtepunt van haar macht. Door voortdurend te eisen van bedrijven dat zij zich verantwoorden voor hun taxplanning en consequent het fair share op te eisen van bedrijven, staat Oxfam mede aan de wieg van de grote internationale fiscale transformatie van 2013 (BEPS, ATAD en veel meer). Per jaar krijgt het Nederlandse deel van Oxfam ten minste € 75 miljoen van de Nederlandse overheid aan subsidie en haalt het zo’n € 40 miljoen aan donaties op.

Seks en transparantie

Ik hoorde vorige week een radio-interview met een jonge vrouw die vers van de universiteit na één (!) gesprek door Oxfam was aangenomen en direct naar een zwaar crisisgebied in Tsjaad werd gezonden. Ze zei dat ze de eerste weken alleen maar had gehuild en daarna waren seks – niet met getroffen autochtonen maar onder elkaar, verzekerde zij – en drank de enige oplossingen. Waarom worden deze mensen die een zware taak onder extreem zware omstandigheden wacht, niet beter voorbereid, getraind en begeleid? Geweld, ellende, seksfeesten en liederlijke uitspattingen gaan hand in hand, zo leert de menselijke geschiedenis. De bijpassende literatuur-, toneel- en filmlijst is eindeloos, maar de geïnteresseerde lezer beginne met Apocalypse Now van Francis Ford Coppola (gebaseerd op Conrad’s Heart of Darkness). Deborah Nelson geeft treffend weer wat sterke mensen (in casu zes sterke vrouwen) gemeen hebben, namelijk de overtuiging: ‘that reality must be faced in all its complexity and pain; and that the outcome of any action is unpredictable’. Maar: ‘Nonetheless, (...) there is a surprising amor mundi that subtends their ethics and discipline of accuracy, a love of the world in all its complications, ambiguities, ambivalences.’ In onze maakbaarheidswaan wordt alles geprotocolleerd, gerubriceerd en cijfermatig bijgehouden. Maar uiteindelijk zijn het – zeg ik Kipling na – alleen de (moreel) sterken die het redden.

Dat nu is een transparante boodschap, geen fijne boodschap voor ons zwakke mensen maar wel een transparante, heldere boodschap. Zoals ook Noord-Korea een geweldig transparant land is. Geen fijn land maar wel transparant. Dat bedoelen mensen als ze stellen dat transparantie iets totalitairs heeft. Mijn co-opinista Fred van Horzen heeft in een fascinerend overzicht via onder andere 2 Koningen, de Zohar, het Panopticon van Bentham/Foucault, The Transparency Society van Han en Habermas’ visie op Europa, het EU-voorstel om rulings uit te wisselen besproken. Hij concludeert dat het een voorbeeld van intergouvernementele ondermijning van de democratie is.

Transparantie is veel meer dan alles op straat gooien, lijkt me. Serieuze transparantie vereist context en kennis. En dosering: met transparantie gebeurt anders hetzelfde als met veiligheid. Bij roekeloze toepassing ondermijnt het nu juist datgene wat het probeert te beschermen. Want aan de wortel van transparantie ligt een radicale behoefte aan controle.
De misvattingen zijn denk ik 1. dat transparantie hetzelfde is als openbaarmaking en 2. dat openbaarmaking zonder duiding zinvol is.

The medium is the message

Transparantie is duidelijk maken wat men doet, hoe men het doet en wanneer, waarom men het doet en ja inderdaad ... met wie. In tijden van sociale mediahysterie, is men helemaal geroerd als iemand met de billen bloot in de publieke ruimte gaat staan en liefst emotioneel vibreert. The medium is the message. Ik zag recent een mooi voorbeeld van fiscaliste Heleen Mees op LinkedIn. Zij had een lekenpreek gehouden over onder andere het begrip vergeving. Ongeveer de helft van die preek ging over haar vroegere, overspelige verhouding met bankier Buiter en de nare (juridische) gevolgen die dat had voor haar. Mees wilde in haar kracht zittend het een plek geven, zeggen wij dan tegenwoordig, een publieke plek wel te verstaan. Veel reacties op LinkedIn waren buitengewoon lovend: wat goed dat je dat durft te zeggen of moedig, Heleen, was de teneur. Maar ongeremde openheid leidt tot niets, en ik vraag me af of er (veel) moed voor nodig is. Gerrit Komrij vermeldde al dat als hem gevraagd werd met de billen bloot te gaan, hij onmiddellijk een setje namaak-billen aanschafte en die een ieder zo integer mogelijk toestak. En de manie over merkbeleving en verdienmodellen voor bekende mensen was in Komrij ’s tijd een fractie van wat die nu is.

Over de media kun je eigenlijk alleen maar zeggen dat zij het fiscale spel redelijk goed beschrijven maar te vaak context en historie missen en zelfs af en toe onzin uitkramen. Het snel raadplegen van een hoogleraar belastingrecht (overigens meestal Jan van de Streek) of een adviseur (meestal Arjo van Eijsden lijkt het wel) komt nauwelijks een volledige en actuele uitleg ten goede. Misschien dat bijvoorbeeld de NOB samen met de NVJ enige structuur zou kunnen aanbrengen in de fiscale training en begeleiding van de media, want roekeloze en willekeurige openbaarmaking zonder deskundige uitleg is op de lange termijn ook ondermijnend voor de democratie.

Het is bijzonder spijtig dat iets wat een voorbeeld is van innovatief en effectief overheidshandelen – de ruling – al zo lang onder vuur ligt. De brievenbusmaatschappij is terecht voorbij. Maar moeten we de snelwegen of Schiphol sluiten omdat een paar criminelen deze faciliteiten misbruiken als vluchtroute? Natuurlijk niet. Maar letterlijk een handvol verkeerde rulings en het hele politieke circus trekt erop uit. Zoals Fred van Horzen berekende: ‘bij de onderzochte APA-/ATR-afspraken is in 0,0967% van de gevallen iets een beetje misgegaan met de ondertekening, maar op de inhoud van die afspraken valt niets af te dingen’. De geest is met groot succes uit de fles getrokken en de politiek volgt inmiddels Oxfam-achtige ‘verhaallijnen’.

Rulings en transparantie

Wat zegt ons nieuwe kabinet over rulings en transparantie? Ik haal aan. Het kabinetsbeleid bij de bestrijding van belastingontwijking en belastingontduiking bestaat uit twee pijlers: 1. bescherming van de belastinggrondslag (hoofdstuk 2); en 2. maatregelen in de sfeer van transparantie en integriteit (hoofdstuk 3). Dat was ik nog vergeten. Hoera-woorden laten zich heel goed combineren. Beter nog ware: duurzame transparantie en authentieke integriteit en dan meteen een acronym erachter: DTAI en een leuke slagzin. Zo van: het is een DeTAIl, maar toch …. De verwijzing door de staatssecretaris naar de parlementaire mini-enquête van 2017 is politiek begrijpelijk, maar naar mijn mening onzin. Ik mag verwijzen naar mijn artikel hierover. Het enige nieuwe inzicht van die verhoren was de daverende laksheid van de trustsector en het veertien jaar lange onvermogen van de toezichthouder om die sector in het gareel te krijgen.

Hoewel iedereen zo’n beetje sinds 1984 ( het eerste Raad van State-onderzoek naar het rulingbeleid) al had moeten weten hoe de rulingpraktijk werkt, is de laatste weken weer een vloed aan informatie over ons uitgestort. Het is zo erg dat sommige mensen pleiten om op te houden met het afgeven van rulings. Tegen die mensen zou ik willen zeggen: het probleem is niet de ruling, maar het oeverloze gemekker erover. De ruling is een prachtig staaltje innovatief overheidshandelen die – heel zeldzaam voor de overheid als Panopticumhouder – als uitgangspunt neemt het vertrouwen in de burger en zijn recht te weten waar die aan toe is. Iemand die van zijn inkomen zo’n 60% of meer gedwongen overdraagt aan de Nederlandse overheid, mag weten waar die aan toe is. Een bedrijf dat honderden arbeidsplaatsen creëert in dit land en netjes, onbezoldigd belastingen als btw afdraagt, mag dat ook van mij. Een zwaar heffende overheid (met geweldsmonopolie) moet een transparante overheid zijn qua legitimiteit en doelmatigheid.

Genoeg is genoeg

Op het terrein van de rulings hebben we met een bijna euforische openbaarmaking te maken. Zo enorm dat ik er achterdochtig van word. Komt dit de transparantie ten goede? Staatssecretaris Snel vindt dit waarschijnlijk een erg prettige verhaallijn, zeker ook omdat het afleidt van andere haken en ogen. Waarom niet eens uitvoerig gevraagd naar het IT-beleid van Financiën? Of naar het beleid voor de digitale economie? Of het HR-beleid bij de fiscus? Daar is een parlementaire mini-enquête uitstekend op zijn plaats. Rulings zijn nu al jaren onderwerp van discussie en onafhankelijk onderzoek en een samenleving kan op een zeker moment ook zeggen: genoeg is genoeg. Zet de Rekenkamer er op als waakhond en je bent klaar. Moeilijker is het niet.

En Oxfam…? Voor Oxfam dat recent nog koketteerde met taxplanning als kindermoord is het erg pijnlijk. Maar ook die pijn moeten we in perspectief zien. In een aflevering van Jerry Seinfeld’s Comedians in Cars getting Coffee, sprak een comedian over een vriend die vertelde dat het meest vreselijke van de MeToo-affaire was al dat gelieg over wat er gebeurd is. De comedian zei droogjes tegen Seinfeld: ‘I didn’t agree. I think the rape was the worst thing.’ Ik hoop dat ze dat bij Oxfam niet vergeten. The rape is the worst thing.

Naschrift: Zojuist heb ik de WFR-column Parlementair van 28 februari 2018 van Maarten Spanjers over het rulingonderzoek gelezen. Spanjers wil nog een heleboel onderzoek. Waarom? Er is al meer dan genoeg bekend, het aantal gevonden fouten is 72 gedeeld door 1361 en dat is ruim minder dan de kans op een roulettewinst. Tot slot, alle onderzoeken zullen tot nieuwe onderzoeken leiden, dus tot niets. Nogmaals, zet de Rekenkamer er op en je bent klaar. Ik ben blij dat de hoeveelheid triomfantelijk gedeelde informatie ook bij Spanjers tot achterdocht leidt, zij het op ander gronden.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Auteur(s)
mr. P.M. de Haan
De Haan advies
NLF-nummer
NLF Opinie 2018/12
Judoreg
NFB2166
Publicatiedatum
7 maart 2018

Naar de bovenkant van de pagina