Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) was vanaf 1 december 2016 tot en met 31 december 2017 als algemeen directeur in dienst van een energiebedrijf. Van 30 juni 2017 tot en met 29 december 2017 stelde de werkgever aan hem een personenauto ter beschikking. Daarna heeft X tot 1 september 2018 in een soortgelijke functie bij een ander energiebedrijf gewerkt. Ook daar was aan hem door zijn werkgever een auto ter beschikking gesteld. Aan X is met ingang van 2017 een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ verstrekt.

Aan X zijn over de jaren 2017 en 2018 naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd wegens een bijtelling privégebruik auto.

Ter zitting van Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de Inspecteur meegedeeld nader tot de conclusie te zijn gekomen dat de naheffingsaanslag 2017 moet worden vernietigd, evenals de daarbij behorende boete en belastingrente.

In geschil is nog of de naheffingsaanslag 2018 terecht is opgelegd en of daarbij terecht een boete is opgelegd. Dat is volgens het Hof het geval.

X heeft met zijn eigen verklaring en de achteraf opgestelde rittenregistratie niet doen blijken dat hij de auto in 2018 minder dan 333 km (8/12 van 500 km) voor privédoeleinden heeft gebruikt. Daaraan doet niet af dat X vindt dat zijn toenmalige werkgever hem beter had moeten voorlichten en de naleving van de regels had moeten controleren. X heeft een eigen verantwoordelijkheid en hij is daarop gewezen in de folder die hem is toegezonden bij de ‘Verklaring geen privégebruik auto’. De boete is voorts passend en geboden.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
15 november 2022
Rolnummer
21/00471; 21/00472
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:9831
NLF-nummer
NLF 2022/2351
Aflevering
1 december 2022
bwbr0002320&artikel=67c,bwbr0002320&artikel=67c,bwbr0002471&artikel=13bis,bwbr0002471&artikel=13bis

Naar de bovenkant van de pagina