Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft op aangifte een bedrag van € 4.097 aan BPM voldaan ter zake van de registratie van een Ford Focus ST. De datum van eerste toelating is 27 juli 2017. De te betalen BPM is berekend op basis van een taxatierapport van 21 augustus 2019. Aan X is een naheffingsaanslag BPM opgelegd van – na bezwaar – € 3.120.

X stelt zich in hoger beroep bij Hof Den Haag op het standpunt dat de auto door schade blijvend in waarde is gedaald, zelfs nadat de schade aan de auto geheel is hersteld.

Dat de auto schade heeft gehad is niet in geschil, maar daaruit volgt niet dat deze schade van dien aard was dat hieraan – ook na schadeherstel – een blijvende waardevermindering moet worden verbonden. Uit het arrest van de Hoge Raad van 2 februari 2024 (22/00653, ECLI:NL:HR:2024:147, NLF 2024/0381, met noot van Elbert) volgt dat een belastingplichtige die stelt dat een schadeverleden een waardeverminderende invloed heeft op het voertuig, dit aan dient te tonen door middel van een deskundigenonderzoek. X slaagt hierin niet. Aangezien de naheffingsaanslag niet wordt verminderd in verband met het schadeverleden van de auto, kan de stelling van de Inspecteur dat de auto als nieuw moet worden aangemerkt, niet tot een andere uitkomst leiden.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
7 augustus 2024
Rolnummer
23/711
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1493
NLF-nummer
NLF 2024/2334
Aflevering
15 oktober 2024
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina