Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(2)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(1)

Samenvatting

De Heffingsambtenaar van de Friese gemeente Waadhoeke heeft voor het jaar 2021 aan X (belanghebbende) een aanslag rioolheffing opgelegd ten bedrage van € 84. Het perceel is niet aangesloten op de gemeentelijke riolering. X heeft zelf voorzieningen getroffen met betrekking tot de inzameling, afvoer en verwerking van hemelwater en de beheersing van de grondwaterstand op het perceel. De kosten die hiermee samenhangen, draagt hij zelf.

In geschil is of de Heffingsambtenaar terecht aan X een aanslag in de rioolheffing voor het jaar 2021 heeft opgelegd.

Dat is volgens Rechtbank Noord-Nederland en in hoger beroep Hof Arnhem-Leeuwarden het geval.

Het Hof wijst X erop dat de Heffingsambtenaar ook rioolheffing mag heffen ter zake van percelen die niet zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering, zelfs van gebruikers die geen profijt hebben van de in artikel 228a, lid 1, onderdeel b, Gemw en artikel 2, onderdeel b, Verordening rioolheffing 2021 genoemde activiteiten.

Het Hof acht het, met de Rechtbank, ook niet onredelijk dat X wordt aangeslagen voor de rioolheffing. De taken die de gemeente, op het niveau van de gemeente als geheel, verricht op het gebied van hemelwaterafvoer en grondwaterbeheer, komen mede ten goede aan alle inwoners, zoals X, die gebruikmaken van de openbare wegen en ruimten.

Van schending van het gelijkheidsbeginsel is voorts geen sprake.

De Hoge Raad heeft op 18 oktober 2024 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
HR
Datum instantie
18 oktober 2024
Rolnummer
24/00865
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1483
NLF-nummer
NLF 2024/2380
Aflevering
22 oktober 2024
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina