Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft een personenauto ingevoerd. De datum eerste toelating is 24 februari 2017.

Het voertuig is oorspronkelijk voor de Amerikaanse markt geproduceerd.

X heeft aangifte BPM gedaan voor een bedrag van € 8.035. Aan X is een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 17.807.

X stelt dat de CO2-uitstoot van het voertuig ten behoeve van de berekening van de bruto-BPM op basis van de zogenoemde Scandinavische rekenmethode leidt tot een schending van artikel 110 VWEU. Volgens X blijkt uit de omstandigheid dat de auto in Duitsland is geregistreerd, dat sprake is van een auto die afkomstig is van de Duitse markt.

Naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland is X echter niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat de auto kan worden aangemerkt als een ‘product van de overige lidstaten’ als bedoeld in artikel 110 VWEU. Artikel 110 VWEU mist toepassing.

Ook overigens is het beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
23 mei 2023
Rolnummer
22/1825
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:4945
NLF-nummer
NLF 2023/1285
Aflevering
8 juni 2023
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina