Samenvatting
Deze zaak draait om de interpretatie van btw-wetgeving bij complexe prijsmechanismen binnen internationale supply chains.
Stellantis Portugal, onderdeel van een groep die voertuigen produceert en distribueert, koopt voertuigen van Europese fabrikanten (General Motors) en verkoopt deze aan Portugese dealers. De dealers leveren de voertuigen aan eindklanten en declareren kosten voor garantieherstellingen bij Stellantis. Stellantis claimt deze kosten vervolgens bij de Europese producenten. De afrekening vindt plaats via prijsaanpassingen, die Stellantis administreert in haar boekhouding.
Tijdens een belastingcontrole op 2 februari 2009 heeft de Portugese belastingdienst deze prijsaanpassingen geanalyseerd en naheffingsaanslagen btw opgelegd.
De kernvraag van het Supremo Tribunal Administrativo (hoogste bestuursrechter, Portugal) aan het HvJ is of de Btw-richtlijn zodanig moet worden geïnterpreteerd dat een prijsaanpassing, die contractueel is overeengekomen en vastgelegd in officiële documenten, als een ‘levering van diensten onder bezwarende titel’ wordt beschouwd. Dit kan bepalend zijn voor de vraag of over dergelijke aanpassingen btw kan worden geheven of teruggevraagd.