Direct naar content gaan

Samenvatting

Naar aanleiding van uit België verkregen microfiches met gegevens van rekeningen bij de KB-Lux heeft de inspecteur een man om informatie over zijn bankrekeningen in het buitenland verzocht. De man ontkende over een bankrekening bij de KB-Lux te beschikken. Nadat de man weigerde informatie te verstrekken heeft de inspecteur navorderingsaanslagen vermogensbelasting opgelegd waarbij hij een schatting heeft gemaakt van de door de man verschuldigde belasting. Daarbij gaat hij uit van een modelmatige schatting. Deze houdt, kort gezegd, in dat het vermogen van weigeraars als groep 1,5 maal hoger wordt geschat dan het vermogen van meewerkers als groep. Tevens worden boetes opgelegd.
Net als in het eveneens op 15 april 2011 gewezen arrest over de IB-kant (nr. 09.03075), oordeelt de Hoge Raad dat het Hof de door de Belastingdienst aangevoerde argumenten voor de vermenigvuldigingsfactor van 1,5, terecht ontoereikend heeft geacht. De zaak is verwezen. Het verwijzingshof dient ook hier te beoordelen: (i) in hoeverre de inspecteur voor elk van de jaren 1991 tot en met 2000 het bewijs heeft geleverd dat de man het feit ter zake waarvan de boete is opgelegd, heeft begaan; en (ii) (voor zover het verwijzingshof van oordeel is dat het bewijs van beboetbare feiten is geleverd) in hoeverre elk van de opgelegde boeten in zoverre gelet op de omstandigheden van het geval een passende en ook geboden sanctie voor de begane vergrijpen is. Conform A-G van Ballegooijen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1991 - 2000
Instantie
HR
Datum instantie
15 april 2011
Rolnummer
09/05192
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BN6350
ECLI:NL:PHR:2011:BN6350
16&g=1991-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=67d&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina