Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op 8 januari 2018 meldde de Telegraaf dat nieuwe auto’s duizenden euro’s duurder worden als gevolg van een nieuwe testmethode om de uitstoot van CO₂ te meten. Deze nieuwe methode zou er met name toe leiden dat de BPM voor de meeste auto’s fors omhoog gaat. De BPM-opbrengst is inderdaad in 2017 ook fors omhoog gegaan, maar dit is volgens staatssecretaris Menno Snel van Financiën niet het gevolg van de nieuwe meetmethode. Wat is er dan wel aan de hand? Felix Peppelenbosch zocht uit hoe het nu precies zit. Eén ding is duidelijk. Er komen grote problemen aan, maar die worden nog even onder de ‘Haagse pet’ gehouden.

Opinie

Sjoemelgate

‘Sjoemelgate’ heeft geleid tot een nieuwe laboratoriumtest, de Worldwide Harmonized Light Vehicle Test Procedure (WLTP). Dat is een meting met meer realistische rijomstandigheden als temperatuur en bandenspanning. In veel gevallen worden hogere uitstootwaarden gemeten.

De nieuwe test wordt sinds 1 september 2017 gebruikt. Uiterlijk 1 september dit jaar moeten alle bestaande modellen en types door de WLTP-molen gehaald worden. Het streven is dat vanaf 1 januari 2019 de WLTP-testcijfers voor de BPM-berekening gelden. Tot die tijd moeten auto’s nog wel op op basis van de oude milieutest geprijsd worden. De WLTP-resultaten worden dan teruggerekend naar de NEDC-waarden. Dat zorgt ervoor dat er meer aanschafbelasting moet worden betaald.

WLTP vervangt NEDC

Laboratoriumtests zoals de WLTP worden gebruikt om het brandstofverbruik, de CO₂-uitstoot en de uitstoot van vervuilende stoffen van personenauto’s te meten. Dit onder testcondities die zijn vastgelegd in Europese wetgeving.

De huidige New European Driving Cycle (NEDC) stamt uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Door ontwikkelingen in autotechniek en rijomstandigheden is deze inmiddels sterk achterhaald. De Europese Unie ontwikkelde daarom een nieuwe test: de WLTP. De Europese auto-industrie verwelkomt deze nieuwe test en heeft actief bijgedragen aan de ontwikkeling ervan. Terwijl de NEDC de testwaardes vaststelt op basis van een theoretisch rijprofiel, is de WLTP-cyclus ontwikkeld met behulp van realistische rijgegevens, die werden verzameld in de hele wereld. Daardoor geeft de WLTP veel beter het werkelijke gebruik van auto’s weer.

Snel: ‘er valt nu nog weinig te zeggen over de vraag of auto’s duurder worden’

De nieuwe testmethode heeft ook in de media de nodige aandacht gekregen en dat is de Tweede Kamer niet ontgaan. Op 9 januari 2018 heeft D66-staatssecretaris Menno Snel van Financiën vragen van de Tweede Kamerleden Dijkstra en Lodders (beiden VVD) beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van het bericht in de Telegraaf van 8 januari 2018 getiteld ‘Nieuwe auto’s duizenden euro’s duurder.’ Snel geeft aan dat in de Wet Overige fiscale maatregelen 2017 de definitie van CO₂-uitstoot in de BPM is verbreed voor auto’s die getest zijn conform de nieuwe WLTP-testmethode. Voor de heffing van BPM op WLTP-geteste auto’s wordt gebruikgemaakt van het Europese rekenmodel CO2mpas. Het rekenmodel CO2mpas rekent de WLTP-uitstoot terug naar CO₂-uitstoot volgens de oude testmethode, de NEDC-testmethode. Auto’s worden dus nog niet belast op de CO₂-uitstoot volgens de nieuwe testmethode maar op de CO₂-uitstoot volgens de NEDC-testmethode. De berichtgeving in de Telegraaf en de bevestiging daarvan door de autobranche geven volgens de staatssecretaris aan dat van enkele auto’s de via CO2mpas teruggerekende NEDC CO₂-uitstoot hoger is dan verwacht, met een hogere BPM voor deze voertuigen tot gevolg. Op dit moment zijn er echter relatief weinig voertuigen getest op basis van de WLTP. Daarom zijn er thans onvoldoende betrouwbare uitstootcijfers beschikbaar om te beoordelen of de CO₂-uitstoot volgens de WLTP of zoals berekend door CO2mpas, over alle Nederlandse nieuwverkopen gemiddeld hoger of lager uitvalt, aldus de staatssecretaris.

BPM-opbrengst in 2017 niettemin fors hoger

In een bericht van BNR werd aangegeven dat de totale opbrengst van de BPM over het jaar 2017 met 27,4% is gestegen tot ruim € 1,9 miljard. Daarop trokken Dijkstra en Lodders opnieuw aan de bel bij staatssecretaris Menno Snel. Hoewel de nieuwe CO₂-testmethode, de WLTP, kan leiden tot verschuivingen in de CO₂-uitstoot van de nieuwverkopen is het volgens Snel onwaarschijnlijk dat de stijging van de BPM- inkomsten over 2017 hiermee verband houdt. In Nederland zijn in 2017 namelijk slechts 128 WLTP-geteste auto’s verkocht.

Mogelijke verklaring voor hogere opbrengst

Zonder vooruit te lopen op de definitieve conclusies voor wat betreft de opbrengst van de BPM kan de stijging in 2017 bijvoorbeeld zijn veroorzaakt door de hogere economische groei (meer verkochte auto’s) en daarmee samenhangende veranderende consumentenvoorkeuren. Zo kan het zijn dat consumenten vaker dan voorgaande jaren kiezen voor een grotere en duurdere auto met een hogere CO₂-uitstoot en een hogere BPM op de koop toe nemen.

Tweede helft 2018 meer duidelijkheid

Snel geeft aan dat uit zijn gesprekken met branchepartijen en de berichtgeving in de media duidelijke zorgen naar voren komen over de onzekerheden die deze nieuwe testmethode met zich meebrengt. Deze onzekerheden worden grotendeels veroorzaakt door het gebrek aan inzicht in de gevolgen die deze nieuwe testmethode zal hebben voor de CO₂-uitstoot van personenauto’s en de BPM. Om inzicht te krijgen in de gevolgen van de WLTP en het rekenmodel CO2mpas voor de CO₂-uitstoot werkt Snel samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de RDW, TNO en de autobranche aan een analyse. De staatssecretaris wil zich inzetten om de BPM-opbrengst (op macroniveau) niet te laten stijgen als gevolg van de WLTP. Hij streeft naar een zo snel mogelijke omzetting om een einde te maken aan de onzekerheid die leeft bij de belastingbetaler en de autobranche. Tegelijkertijd benadrukt hij dat bij deze omzetting grote zorgvuldigheid geboden is. Een onzorgvuldige omzetting op basis van onvoldoende betrouwbare gegevens kan leiden tot verkeerde BPM-tarieven met een fors hogere of lagere BPM tot gevolg. Een te snelle omzetting maakt dan ook geen einde aan de zorgen en onzekerheden die leven bij de autobranche en de consument, omdat dit mogelijk opnieuw een aanpassing van de BPM-tarieven vergt. Hij verwacht na de zomer van 2018 meer duidelijkheid te kunnen geven over het proces van de omzetting van de BPM naar op WLTP-gebaseerde tarieven. Een goed antwoord op de vraag of het verstandig is om dit jaar om belastingtechnische redenen alvast een nieuwe auto te kopen, is voorlopig dus nog niet te geven. Een ding is in ieder geval duidelijk; niemand zit te wachten op (nog) duurdere auto’s. Maar alle voortekenen wijzen er wel op. Alleen wordt dit volgens een al vaak beproefde tactiek nog even onder de ‘Haagse pet’ gehouden.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF Opinie 2018/14
Judoreg
NFB2168
Publicatiedatum
14 maart 2018

Naar de bovenkant van de pagina