Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende), geboren in 1939, woont in Nederland. In geschil is of in 2017 terecht inkomstenbelasting is geheven over Duitse pensioenen van € 7.452 (Deutsche Rentenversicherung Berlin) en € 5.245 (Versorgungsanstalt München).

Het gaat in deze procedure om de toepassing van het Verdrag Nederland-Duitsland van 12 april 2012. Op grond van artikel 17 van het verdrag zijn de pensioenuitkeringen van X in Nederland belast, omdat zij tezamen lager zijn dan € 15.000. Het Hof duidt deze regeling ook aan als de kleinepensioenenregeling. X betwist de geldigheid van die bepaling.

Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat Rechtbank Gelderland terecht en op goede gronden heeft geoordeeld dat de kleinepensioenenregeling niet in strijd komt met de antidiscriminatiebepaling in het EVRM. Op dezelfde gronden is deze regeling naar het oordeel van het Hof niet in strijd met de antidiscriminatiebepaling in het IVBPR. De kleinepensioenenregeling maakt onderscheid tussen mensen met pensioenen tot en met € 15.000 en mensen met een pensioen boven dat bedrag. Naar het oordeel van het Hof is dat onderscheid niet onredelijk. Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
14 september 2021
Rolnummer
20/00590; 20/00591
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:8586
NLF-nummer
NLF 2021/1905
Aflevering
7 oktober 2021
bwbv0004851&artikel=17,bwbv0004851&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina