Antwoorden op Kamervragen over rechtsherstel box 3

Samenvatting

Op 23 oktober 2024 heeft de vaste commissie van Financiën van de Eerste Kamer aan de staatssecretaris schriftelijke vragen gesteld over de Kamerbrief van 17 september 20241 over de stand van zaken van het rechtsherstel box 3 (Kamerstukken I 2024/25, 32 140, X) en over de Kamerbrief van 20 september 2024 over de stand van zaken met betrekking tot het toekomstige stelsel in box 3 (Kamerstukken II 2024/25, 32 140, 206).

De vragen hebben betrekking op het rechtsherstel (verleden), het huidige stelsel (heden) en het toekomstige stelsel (toekomst) van box 3. Daarnaast zijn vragen gesteld over de eigenwoningregeling in box 1.

Per thema zijn vragen gesteld over de volgende onderwerpen:

• Rechtsherstel box 3:
  • de budgettaire gevolgen van het rechtsherstel box 3, de dekking hiervan en de keuze voor deze dekking;
  • de ‘massaal bezwaar plus’-procedure voor de niet-bezwaarmakers en de aantasting van de belastingmoraal. Verzoek om de niet-bezwaarmakers alsnog te compenseren;
  • het voordeel van burgers met veel doenvermogen tegenover gedupeerden zonder doenvermogen en de samenhang tussen het inschakelen van een consulent en succesvol bezwaar en andersom;
  • de hoogte, kwetsbaarheden, gedragsreacties en huurwaarde van de nettovastgoedbijtelIing;
  • de mogelijke kapitaalvlucht bij een hogere vastgoedheffing in Nederland dan andere landen en het werkelijk rendement voor vakantiewoningen.
• Huidig box 3-stelsel:
  • opvolging van de motie Heijnen (BBB) c.s. over het ongedaan maken van de tariefsverhoging in box 2 en 3.
• Toekomstig box 3-stelsel:
  • de vraag of op kortere termijn een vermogensbelasting ingevoerd kan worden;
  • de keuze voor een vermogensaanwasbelasting voor andere beleggingen dan onroerende zaken en waarom deze keuze is gemaakt;
  • de mogelijkheid om een vermogenswinstbelasting onderdeel te laten zijn van het toekomstige box 3-stelsel;
  • de eventuele betalingsproblemen voor belastingplichtigen door een belasting op niet gerealiseerde rendementen;
  • de gedragseffecten van de box 3-systeemwijziging;
  • de beoogde inwerkingtreding van het toekomstige box 3-stelsel en het in acht nemen van de doorlooptijd voor behandeling in de Eerste Kamer.
• Eigenwoningregeling in box 1:
  • onderbouwing van het verhoogde eigenwoningforfait (in de volksmond de zogenoemde villabelasting of villataks);
  • het verschil in WOZ-waarde van woningen aan de hand van locatie;
  • de afschaffing van de Wet Hillen en de gevolgen hiervan voor de huiseigenaren die geen aftrek hebben maar wél een bijtelling krijgen.

Bij de beantwoording is zo veel mogelijk de voorgelegde volgorde van de vragen aangehouden, met dien verstande dat gelijkluidende of in elkaars verlengde liggende vragen tezamen zijn beantwoord.