Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze IB-zaak is verzocht om uitstel van het onderzoek ter zitting van Hof Den Haag door te verwijzen naar omstandigheden in de sfeer van corona. Het Hof heeft geen uitstel van de mondelinge behandeling toegestaan. De zitting heeft plaatsgevonden zonder aanwezigheid van X (belanghebbende) of zijn gemachtigde.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

Het middel betoogt onder meer dat X geen eerlijk proces heeft gehad doordat berechting plaatsvond buiten de aanwezigheid van X en zijn gemachtigde en dat het Hof aan de beslissing geen uitstel te verlenen niet een belangenafweging ten grondslag heeft gelegd en dat het Hof deze beslissing onvoldoende of althans onbegrijpelijk heeft gemotiveerd.

Het Hof heeft bij afwijzing van de verzoeken volstaan met het vermelden van bezwaren tegen uitstel in het algemeen. Het Hof heeft daarmee niet doen blijken waarom die bezwaren in dit geval zwaarder moeten wegen dan de gronden die X aan zijn verzoeken ten grondslag heeft gelegd. Het Hof heeft het oordeel over het niet verlenen van uitstel van de zitting aldus onvoldoende gemotiveerd, oordeelt de Hoge Raad (vgl. HR 9 april 2021, 20/02393, ECLI:NL:HR:2021:505). Het middel slaagt in zoverre.

De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013-2014
Instantie
HR
Datum instantie
15 juli 2021
Rolnummer
20/04112
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1154
Auteur(s)
mr. Y. Ameziane
Hertoghs advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/1551
Aflevering
5 augustus 2021
Judoreg
NFB4486

Naar de bovenkant van de pagina