Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een Mercedes-Benz, X-klasse, met dubbele cabine, is op 4 november 2019 gekeurd door de RDW als ‘bestelauto dubbele cabine: oplegger/trekker zonder laadbak’.

De auto is op 15 november 2019 op naam van X (bv) ingeschreven in het kentekenregister door A (bv) en op diezelfde dag door A aan X geleverd.

Bij een controle op 18 december 2019 is geconstateerd dat de auto was uitgerust met een laadbak en daardoor niet voldeed aan de inrichtingseisen van een bestelauto. Aan X is op 3 december 2021 een naheffingsaanslag BPM opgelegd, omdat de auto ten tijde van de op 18 december 2019 ingestelde controle (en een nader onderzoek op 10 maart 2020) niet voldeed aan de in artikel 3, lid 3, Wet BPM genoemde inrichtingseisen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht mede op basis van foto’s bij een bericht op Facebook aannemelijk dat de auto op het moment van de registratie was voorzien van een laadbak. De auto had niet als bestelauto geregistreerd moeten worden.

Tussen partijen is niet in geschil dat de aanvraag voor het kentekenbewijs niet door X is gedaan maar door A. Dit betekent naar het oordeel van de Rechtbank dat de belasting ter zake van de registratie niet van X kan worden nageheven (vgl. HR 11 april 2003, 36.822, ECLI:NL:HR:2003:AE3220). De naheffingsaanslag is derhalve ten onrechte aan X opgelegd en wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
27 november 2024
Rolnummer
22/4949
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:8155
NLF-nummer
NLF 2024/2815
Aflevering
17 december 2024
bwbr0005806&artikel=7,bwbr0005806&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina