Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De in Duitsland gevestigde onderneming B (UG) beheerde een website waarop klanten in een webwinkel alcoholhoudende dranken konden verkrijgen.

De douane nam in Finland een voor particulier A bestemde zending in beslag die door B vanuit Duitsland naar Finland was verzonden. De belastingdienst heeft vastgesteld dat de goederen rechtstreeks of indirect door B of voor diens rekening naar Finland zijn verzonden of vervoerd. Volgens de belastingdienst heeft B zodoende als afstandsverkoper gehandeld en was zij gehouden om in Finland accijns te betalen.

De verwijzende rechter heeft in het kader van een geding hierover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ over de reikwijdte van artikel 36, lid 1, Richtlijn 2008/118.

Het gaat daarbij om de strekking van de uitdrukking ’door de verkoper of voor diens rekening rechtstreeks of [indirect] naar een andere lidstaat worden verzonden of vervoerd’.

Volgens A-G Pikamäe is daarvan sprake indien de verkoper zodanig handelt dat hij de keuze van de koper voor de met het vervoer van de betrokken goederen belaste onderneming stuurt, hetgeen ter beoordeling van de verwijzende rechter staat.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
26 september 2024
Rolnummer
C‑596/23
ECLI
ECLI:EU:C:2024:797

Naar de bovenkant van de pagina