Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 25 september 2017 per e-mail bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Hij heeft daarvan op dezelfde datum een ontvangstbevestiging gekregen, waarin is vermeld dat het bericht ter afhandeling zal worden doorgestuurd naar de behandelende afdeling/persoon.

Op 29 december heeft de Heffingsambtenaar aan X een e-mail gezonden waarin is vermeld dat de beslistermijn wordt verlengd. Op 30 december 2017 heeft X de Heffingsambtenaar in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar.

Voor Hof Den Bosch was onder meer in geschil of de Heffingsambtenaar een dwangsom verschuldigd is.

Het Hof heeft geoordeeld dat de ingebrekestelling door X prematuur is en de Heffingsambtenaar geen dwangsom verschuldigd is. De Heffingsambtenaar heeft met zijn e-mail van 29 december 2017 de beslistermijn verlengd. Deze e-mail is verzonden naar het e-mailadres van de gemachtigde van X en via dit e-mailadres is veelvuldig contact geweest tussen de gemachtigde en de Heffingsambtenaar. Uit dat laatste volgt dat X kenbaar heeft gemaakt dat zij via dat e-mailadres bereikbaar is. Dat een e-mail met bijlagen in een spamfilter terechtkomt, komt voor risico van X, aldus het Hof. Volgens het Hof maakt het feit dat overige e-mailcorrespondentie X kennelijk wel heeft bereikt, de betwisting van ontvangst van de e-mail met daarin de verdaging van de beslistermijn minder geloofwaardig.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond. In de overwegingen van het Hof ligt besloten dat de Heffingsambtenaar de verzending van de e-mail van 29 december 2017 aannemelijk heeft gemaakt en dat het Hof de betwisting van ontvangst van de e-mail door X niet geloofwaardig heeft geacht. Het daaropvolgende oordeel van het Hof dat het verdagingsbesluit tijdig is bekendgemaakt en in werking is getreden, kan, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, voor het overige in cassatie niet op juistheid worden getoetst.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
HR
Datum instantie
6 mei 2021
Rolnummer
20/01260
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:709
Auteur(s)
mr. Y. Ameziane
Hertoghs advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/1068
Aflevering
27 mei 2021
Judoreg
NFB4348
bwbr0005537&artikel=2:17&lid=1,bwbr0005537&artikel=3:40,bwbr0005537&artikel=3:41&lid=1,bwbr0005537&artikel=7:10&lid=3,bwbr0005537&artikel=8:36c&lid=4,bwbr0005537&artikel=2:17&lid=1,bwbr0005537&artikel=3:40,bwbr0005537&artikel=3:41&lid=1,bwbr0005537&artikel=7:10&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina