Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende), de heer A en de vader van A (hierna; de vader) zijn sinds 1 januari 2001 vennoten van een vof. De vader is per 1 juli 2008 uitgetreden uit de vof. Hij had toen een negatief aandeel in het vermogen van de vof van € 116.603, dat op dat tijdstip is omgezet in een vordering van de vof op de vader. In de vof werden achtereenvolgens verschillende activiteiten verricht. Vanaf november 2011 werden safe and fun-producten verkocht. De resultaten van de vof waren (in ieder geval) vanaf 2006 negatief.

Na een boekenonderzoek stelt de Inspecteur dat vanaf de start van de nieuwe activiteiten in 2011 niet langer sprake is van een bron van inkomen. De aanslag is niettemin in overeenstemming met de aangifte opgelegd. Daarbij is bij verliesvaststellingsbeschikking het verlies uit werk en woning vastgesteld op € 6.115, waarvan € 6.115 ondernemingsverlies. Het verlies is vervolgens, gelet op de resultaten van het boekenonderzoek, met een verliesherzieningsbeschikking nader vastgesteld op nihil.

Hof Den Bosch geeft de Inspecteur gelijk dat de activiteiten met betrekking tot de verkoop van de safe and fun-producten geen bron van inkomen vormen. Volgens het Hof was de Inspecteur echter niet gerechtigd om de verliesvaststellingsbeschikking 2011 te herzien. Niet kan worden uitgesloten dat het een bewuste keuze van de Inspecteur was, en daarmee een hem verwijtbaar onjuist inzicht in de feiten en/of het recht, om het verlies overeenkomstig de aangifte vast te stellen. Deze onduidelijkheid dient naar het oordeel van het Hof voor rekening van de Inspecteur te blijven. Aldus heeft de Inspecteur niet aan de op hem rustende bewijslast voldaan dat geen sprake is van een beoordelingsfout, maar van een fout die op basis van artikel 16, lid 2, aanhef en onderdeel c, AWR kan worden hersteld. De vraag of de fout redelijkerwijs kenbaar was voor X, hoeft dan niet te worden beantwoord.

Het Hof beslist verder dat de aan de vader verstrekte lening bij uittreden uit de vof onzakelijk is. Gelet hierop kan een afwaardering op de vordering niet ten laste van de winst van de vof worden gebracht.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
7 december 2017
Rolnummer
16/03598 en 16/03599
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:5453
NLF-nummer
NLF 2018/0248
Aflevering
1 februari 2018
bwbr0002320&artikel=16&lid=2,bwbr0002320&artikel=16&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina