Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) maakt in opdracht met een 3D-printer beeldjes van (de buik van) zwangere vrouwen. X bewerkt de scanresultaten met digitale software overeenkomstig de wensen van de klant en maakt het scanresultaat geschikt om te printen. Als de klant het scanresultaat goedkeurt, wordt het beeldje geprint. Na het printen wordt het beeldje verder afgewerkt door X. De beeldjes worden door X genummerd en van een stempel voorzien. De prijs van een beeldje is afhankelijk van het gebruikte materiaal en de maat en ligt tussen € 139 en € 650.

In geschil is of de beeldjes zijn aan te merken als kunstvoorwerpen als bedoeld in tabel I, post a.29, aanhef en onderdeel b, onder 1°, Wet OB 1968.

Dat is volgens Rechtbank Noord-Holland het geval. De Rechtbank overweegt daartoe onder meer dat de beeldjes geheel van de hand van X zijn en dat niet is gebleken dat sprake is van een product met een commercieel karakter als bedoeld in het besluit van 22 december 2017, 2017-16288 (NLF 2018/0060). Aan alle voorwaarden voor toepassing van het verlaagde btw-tarief is voldaan.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2021-2022
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
8 oktober 2024
Rolnummer
23/3991; 23/3995; 23/3996; 23/3994
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:12644
NLF-nummer
NLF 2025/0289
Aflevering
4 februari 2025
bwbr0002629&artikel=9&lid=2,bwbr0002629&artikel=9&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina