Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bij Rechtbank Rotterdam is een WOZ-zaak in behandeling, waarvan de zitting was bepaald op 5 december 2022.

Op 1 december 2022 heeft de rechter in die zaak een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.

De rechter kent de belanghebbende (X) in diverse hoedanigheden. X baatte vroeger – dat zal in de jaren negentig zijn geweest – de kantine in de sporthal uit waar de rechter als volleybalster kind aan huis was. De rechter heeft X in diezelfde periode wel eens bijgestaan als advocaat. Verder heeft de dochter van X bij de zoon van de rechter in de klas gezeten op de middelbare school (2013-2019) en daar zag de rechter X ook wel. Ook komt de rechter X wel eens tegen (op de tennisbaan en daar buiten) en dan groeten zij elkaar. De rechter meent zelf dat zij niet zal worden belemmerd door het feit dat zij X kent, maar zij kan zich voorstellen dat er een schijn van partijdigheid uit zou kunnen worden afgeleid.

De verschoningskamer wijst het verzoek toe. De aangevoerde omstandigheden in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf het onderhavige verzoek in te dienen, levert een zwaarwegende aanwijzing op voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden – objectief – gerechtvaardigd is.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
niet bekend
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum instantie
1 december 2022
Rolnummer
648754/HA RK 22-1242
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2022:11593
NLF-nummer
NLF 2023/0235
Aflevering
26 januari 2023

Naar de bovenkant van de pagina