Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Meer dan 60 invulfouten kun je maken bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag. Deze boodschap van de hoogste bazin van de Belastingdienst veroorzaakte een ongemakkelijke stilte in de werkkamer van de toenmalige staatssecretaris van Financiën. Met ongeloof keken de bewindsman en ik – zijn politiek assistent in die tijd – elkaar aan. We namen de proef op de som. Beiden bleken we niet in staat om op basis van een aangedragen voorbeeld foutloos een kinderopvangtoeslag aan te vragen. Een diepe verzuchting maakte zich meester van ons.

Veel burgers blijken niet in staat een formulier goed in te vullen. Ook op brieven vanuit de overheid is de respons laag of onjuist. Dit probleem wordt inmiddels breed onderkend. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) schreef er in 2017 een interessant rapport over. Naar aanleiding daarvan wordt tegenwoordig (het gebrek aan) zelfredzaamheid van burgers meer betrokken bij de beleidsvorming (doenvermogentoets). Bij de kinderopvangtoeslag ging het nog anders.

Voor de aanvraag van een kinderopvangtoeslag moesten veel gegevens worden aangeleverd. Naast persoonsgegevens, inkomenshoogte en de woonsituatie van de aanvrager was dat informatie over de opvangvorm (kindercentrum of gastouder), het aantal opvanguren en het tarief. En dan moest je inkomen en opvanguren ook nog eens vooraf inschatten. Het leidde tot talrijke uitworpen aan de voorkant en helemaal aan de achterkant, want het niet tijdig aanpassen van gewijzigde gegevens maakte het verstrekte voorschot onjuist.

De Kinderopvangtoeslagaffaire kent in het publieke debat helaas een simplistische voorstelling van zaken. De aanvrager is bij voorbaat slachtoffer en de Belastingdienst Toeslagen is altijd dader. De eigen rol van de burger wordt alsmaar genegeerd. Het College voor de Rechten van de Mens deed afgelopen week ook maar eens een duit in dit duistere zakje. 

In een vooronderzoek concludeert het College dat de werkwijze van de Belastingdienst Toeslagen op macroniveau discriminerend is. Het zorgt ervoor dat bij de behandeling van individuele gevallen op microniveau de bewijslast wordt omgedraaid. De Belastingdienst Toeslagen moet in die gevallen nu bewijzen dat er niet is gediscrimineerd.

In het onderzoek heeft het College een onderscheid gemaakt in een groep personen met een buitenlandse nationaliteit en een recente immigratiedatum (groep 1) en een groep personen van Nederlandse afkomst (groep 2). Simpel gezegd, komt het erop neer dat groep 1 grofweg twee keer zo vaak in de controles voorkomt dan groep 2. Conclusie van het College: de handelwijze van de Belastingdienst Toeslagen is indirect discriminerend. 

Deze conclusie wordt gestaafd met internationale voorbeelden van indirecte discriminatie. Het gaat over de Oostenrijkse pensioenleeftijd, de verblijfsduur in Denemarken en de hoogte van een Hongaarse elektriciteitsmeter. Mij valt op dat in die internationale voorbeelden de burger zelf geen actieve betrokkenheid heeft op het overheidshandelen. Bij de kinderopvangtoeslag is dat echter juist wel het geval.

Als twee in Nederland opgeleide juristen niet in staat zijn foutloos een kinderopvangtoeslag aan te vragen, acht ik het goed voorstelbaar dat – gezien de taalbarrière en informatieachterstand – personen met een buitenlandse nationaliteit of recente immigratiedatum een nog groter probleem hebben. Als deze aanname klopt, komt groep 1 simpelweg vaker in de controles voor dan groep 2. Het College zal zeggen dat er hoe dan ook een discriminerend effect is doordat het aanvraagproces van de kinderopvangtoeslag kennelijk groep 1 indirect benadeeld. Dat kan wel zo zijn, alleen heeft de Belastingdienst Toeslagen dat ingewikkelde aanvraagproces met al die parameters niet verzonnen.

Het is jammer dat het College in het onderzoek het zonneklare risico op eigen (invul)fouten van aanvragers heeft genegeerd. Daarmee blijft het mistig of het discriminerende effect niet eigenlijk voortvloeit uit de onderliggende regeling in plaats van uit de handelwijze van de Belastingdienst Toeslagen. De wetgever blijft zo opnieuw buiten schot.

Metadata

Rubriek(en)
Toeslagen
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2022/32
Publicatiedatum
19 september 2022

Naar de bovenkant van de pagina