Direct naar content gaan

Samenvatting

Vof X (belanghebbende) was vanaf 15 mei 2018 tot en met 9 november 2023 houder van een auto. Op 13 april 2018 is de auto gekeurd door de RDW en in het kentekenregister in Nederland geregistreerd als opleggertrekker. X heeft MRB betaald naar het bestelautotarief.

Bij een controle op 2 mei 2023 is gebleken dat de auto niet voldeed aan de inrichtingseisen voor een bestelauto. De auto is daarom fiscaal aangemerkt als een personenauto. Als gevolg daarvan zijn naheffingsaanslagen MRB en een boetebeschikking (van na bezwaar € 867) opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht en niet tot te hoge bedragen aan X zijn opgelegd.

Ook is de boete in beginsel terecht opgelegd. Het beboetbare feit is begaan.

De Rechtbank ziet echter aanleiding om de verzuimboete te vernietigen. Zij heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van X. Ten tijde van de aankoop van de auto verkeerde X in de veronderstelling dat de auto voldeed aan de vereisten voor een bestelauto. Zij mocht in dat kader afgaan op de kennis van de autodealer die de auto met grijs kenteken heeft verkocht, mede gelet op de keuring door de RDW van de auto als opleggertrekker. Dat betekent dat X alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar mocht worden verwacht.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
10 januari 2025
Rolnummer
23/11121; 23/11122
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:109
NLF-nummer
NLF 2025/0236
Aflevering
28 januari 2025
bwbr0002320&artikel=67c,bwbr0002320&artikel=67c,bwbr0006324&artikel=3&lid=1,bwbr0006324&artikel=3&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina